WORLD+CULT

De Onzichtbaren: de oudere

(DEAN BRADSHAW)

Er zijn in onze samenleving heel veel mensen onzichtbaar. Ze hebben geen stem in de politiek of in het publieke debat. Tot nu toe. Anoek Hofkens geeft hen namelijk een podium op Vileine. In deze rubriek vertellen ze wat zij belangrijk vinden, ieder op hun eigen manier. Deze week: Mientje Schoemaker (82) die niet veel meer buiten komt.

mevr_schoenmaker2

“Laatst ging ik naar de markt met mijn dochter en weet je wat me opviel? Niet één vrolijk gezicht. Allemaal norse koppen op straat. Is er nog iemand die plezier heeft? Waar is de blijheid en gezelligheid die er kan zijn? Iedereen moppert. En we hebben het zo goed! Alles is geregeld, maar ze willen méér, groter en beter. Dat betekent presteren op het werk, dus de kinderen vanaf half acht in het gareel. Bij de voorschool, dan de klas, de naschoolse opvang, en dan klagen als ze thuis vervelend zijn.

De wereld is zo klein geworden voor sommigen. Alles draait om het werk en het gezin; wat daarbuiten is, de hele buurt, is er niet meer. Niemand neemt de tijd om even bij een buur te zitten met een kop koffie. Maar die tijd, dat is ’t ‘m! Die hebben we juist. Vroeger hadden we al die apparaten niet, dus was je zelf bezig met koffie zetten, de was doen, afwassen – moet ik nog even doorgaan?

“De wereld is zo klein voor sommigen. Alles draait om het werk en het gezin”

Nu praat ik over gezinnen, maar vergeet ook de oudjes niet. Soms vraag ik me af of we in dezelfde tijd zijn opgegroeid. Ik kreeg pas nog een bos bloemen en cadeaubonnen van een kennisje. Omdat ze elke dag bij me mocht komen praten toen haar man in het ziekenhuis lag. “Dat je opsodemietert hoor,” heb ik haar gezegd. “Ik wil het niet hebben. Dat is toch gewoon.” Ze weten in de buurt allemaal dat ze kunnen langskomen bij mij. Eentje noemde me haar tweede moeder. Dat hoeft voor mij niet. Het zou gewoon moeten zijn.

Ik had vroeger met mijn man een kruidenierszaak hier op de Ruigenhoeklaan [red. Utrecht]. Daar kwam ook de hele straat langs. We hadden geen geld en werkten van zes tot tien in de winkel, ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, maar we hielden de buurt in de gaten. Je was er voor elkaar. Dat was gewoon. Nu weet je niet eens wie er op je trappenhuis woont. Bij de meesten dan. Hier krijgen ze er de kans niet voor. Ik blijf goedemorgen zeggen, al moet het honderd keer.

“Ik blijf goedemorgen zeggen, al moet het honderd keer”

Geen gemeentewerker die voor mijn huis een stoepje legt zonder een kopje koffie te krijgen, of een visje als mijn dochter die toevallig haalt op onze visdag. Het maakt van mij echt geen geweldig mens, als ik iets kan uitvreten doe ik het, maar dat vind ik gewoon. Wat is het voor moeite om in de zomer een koud blikje cola uit de koelkast te pakken voor de postbezorger? Het zijn zulke kleine dingen hè, maar het maakt het allemaal zóveel makkelijker en zóveel leuker.

Als de hulp andersom is, vind ik het lastig. Als ze van de Thuiszorg ramen komen lappen, zit ik in de andere kamer. Dat doen ze sinds ik niet meer alles zelf kan na mijn terugval. Om iets te doen te hebben, ben ik sokken gaan breien, zoals ik van opoe leerde. Lekker bij mijn warme kachel met koffie en een sigaret. Wat ga ik anders doen, duimendraaien? De sokken geef ik aan de Sleep In, de nachtopvang voor daklozen in Utrecht. Het overdonderde me hoe blij ze ermee waren. Want ik ben juist blij dat de sokken nu een doel hebben. Dat ik een doel heb. En dat ik niet hoef te zeggen: ik ben er klaar mee, het hoeft voor mij niet meer. Dat lijkt me zo erg, er niet toe doen. Eenzaam zijn. Vreselijk.”

 

Click to comment

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

VERS

We do not believe in the world empowering women.

We believe in women empowering the world!

Journalist, activist, game-changing artist, mind-body scientist, international solidarist?

Join the tribe

Copyright © 2020 Vileine

To Top