WORLD+CULT

Kanttekeningen: neoliberalisme en democratie zijn niet hetzelfde

Emiliano Ponzi

In Kanttekeningen zet Winnie letterlijk vraagtekens bij alle soorten media, van YouTube-filmpjes tot online shoppen tot krantenkoppen, en krijg je een toelichting aan de hand van evenzoveel verschillende media.

In mijn laatste artikel schreef ik in de onderste alinea dat zowel kiezer als politicus (en overigens ook de media in al haar vormen) neoliberalisme niet moet verwarren met democratie. Dat is lastig, omdat het in deze tijd steeds meer verweven lijkt, en je daarom het één niet eenvoudig los kan denken van het ander. Het is echter wel mogelijk, maar vereist wat ontrafeling. Daarom in deze Kanttekeningen een vervolg op mijn vorige artikel, in de hoop één en ander iets verder duidelijk te maken.

Allereerst maar eens taalkundig beginnen: heel simpel gezegd zijn woorden die eindigen op ‘-isme’ een ideologie, terwijl woorden die op ‘-cratie’ eindigen een bepaalde vorm van overheid of heerschappij zijn. In de allersimpelste vorm bedoelde ik daarom te zeggen dat politici hun eigen ideologie niet moeten verwarren met de vorm waarin de overheid opereert. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze zichzelf niet wijs moeten maken dat ‘rijke mensen’ rijk zijn geworden door hard werken alleen, dat zij ‘winnaars’ zijn om dat zij “wel willen meewerken met ‘het systeem’”, terwijl sociaal-economische status, opleiding en afkomst wel degelijk uitmaakt voor hoe ver je het schopt. Aan de kiezer de opdracht om politici hierop te wijzen, en om deze ideeën niet te internaliseren (hoewel dat vaak al gebeurd is inmiddels, probeer er dan bewust van te worden en los van te komen). Dit geldt natuurlijk voor de ‘winnaars’, maar vooral ook voor de ‘verliezers’.

Het zwarte schaap

De ‘verliezers’ in het neoliberalisme maken zich door internalisatie (het accepteren en je eigen maken van waarden en normen door socialisatie) wijs dat zijzelf uitsluitend de oorzaak zijn voor hun positie: niks crisis, niks onmogelijkheid om een hypotheek af te sluiten. Te dikke kinderen zijn uitsluitend te dik omdat jij als ouder niet goed voor ze zorgt. Het heeft er niets mee te maken dat er geen speelveldjes zijn in de omgeving, of dat er vuige groepjes jongeren rondhangen die je niet vertrouwt en waar je je kinderen niet tussen wil laten spelen.

winnie1
Paul Verhaeghe schrijft in zijn boek Identiteit, vertaald in het Engels als What About Me?, hoe mensen de schuld aan zichzelf geven en vervallen in zelfbeschadigende gewoonten of ziektes: denk aan automutilatie, anorexia, faalangst etc. De andere kant hiervan is dat mensen voelen hoe onrechtvaardig het is dat zij de schuld krijgen van hun ‘falen’ en gaan op zoek naar een zwart schaap. Hoewel Duitsland in de jaren ’30 nog geen echt neoliberaal systeem had, is het wel duidelijk te zien hoe veel behoefte er was om de schuldvraag van de economische malaise in die tijd bij één groep mensen neer te leggen: de Joden.

In de huidige tijd zie je eenzelfde soort tendens: de ‘buitenlanders’, de ‘elite’ en andere paraplutermen voor grote groepen mensen waarbij niet duidelijk te definiëren is welk individu daar wel en niet onder valt, en vaak onderhevig is aan willekeur (“Nee, mijn buitenlandse buurman niet, maar al die andere buitenlanders.”). Daarnaast wordt in het neoliberalisme vaak gedacht: wie niet voor ons is, is tegen ons. Ook met die polarisatie schiet je niets op als je een echte democratie wil. Als je een staat weet te bouwen die gebaseerd is op wederzijds vertrouwen tussen kiezer en politiek heb je geen externe vijand nodig om de vrede te bewaren. Ook geen Marokkanen. De retoriek op dit moment in Nederland rondom bepaalde bevolkingsgroepen berust op eenzelfde dynamiek, met nationalistische trekjes. Hierin wordt De Ander gemaakt door een bijzondere identiteit te creëren voor het ‘eigen volk’ ten opzichte van etnische minderheden binnen de eigen landsgrenzen. In feite is het een terugval in tribalisme, naar de tribale samenleving. Je kunt de echo’s hiervan horen in de vele teksten die door bijvoorbeeld Donald Trump in aanloop naar de verkiezingen werden gebruiktt: termen als ‘great again’ verwijzen naar de tijd dat alles nog goed was, toen onze stam nog ‘puur’ was. Terwijl, laten we wel wezen: wat was er puur aan een stelletje witte immigranten die de nationale bevolking massaal afslachten? Het verleden is vaak minder glorieus dan we onszelf wijs maken. Die Nederlandse Gouden Eeuw was ook zo goud niet; slavernij en kolonisatie was schering en inslag.

De twee-voor-de-prijs-van-één-deal

Inmiddels zijn we bijna gewend dat democratie en neoliberalisme verkocht worden alsof het een ‘package deal’ was, terwijl er absoluut geen bewijs is dat een democratie niet kan bestaan zonder economisch liberalisme, laat staan de vergevorderde vorm van het neoliberalisme. Daarbij is er voor een echte vrije marktwerking en individuele vrijheid die daarbij komt kijken (de vrijheid om te kiezen als consument) veel en strenge wetgeving nodig, en bovendien de noodzaak om die wetten te handhaven. Dat betekent ironisch genoeg dat de staat zich enorm moet bemoeien met van alles om te bewerkstelligen dat de staat zich nergens mee kan bemoeien. Een echte neoliberale staat is dus eigenlijk een contradictio in terminis.

Economisch liberalisme is uitsluitend een economisch systeem. Dat betekent, nogmaals, dat zowel de politiek, als de kiezer, als de media zich hiervan bewust moeten blijven. Het betekent dat economische belangen niet voor alles gaan en het betekent bovenal dat de burger meer is dan een consument en dat de wereld niet alleen wordt bepaald door wat je wel en niet zelf bereikt hebt. Een democratie valt of staat met het erkennen van het feit dat er meer aan de hand is, en dat de realiteit ingewikkelder is dan hij lijkt. Dwepen met het neoliberalisme, dat inmiddels net zo goed als een zwart schaap wordt gebruikt door de ‘verliezers’, ontkent dat het leven uit meer bestaat dan wat je er zelf uit kunt halen.

De denkers

Eén van de grote politieke denkers van deze tijd, Noam Chomsky, zegt dat democratie en neoliberalisme per definitie niet samen kunnen bestaan. In onderstaand filmpje legt Chomsky samen met Susan George en Normand Baillargeon uit hoe dit zit. Chomsky zegt dat gedwongen liberalisatie (kortom, staatsinterventie om liberalisme de wereld in te helpen) de Derde Wereld hebben gecreëerd en vertelt hij hoe Adam Smith een criticus was van het neoliberalisme. Hoewel het filmpje erg gekleurd is, zou ik je aanraden het eens helemaal te kijken, alleen al om eens te horen hoe je de ideologie en het bestuurssysteem kunt ontrafelen. Voor degenen met weinig tijd: Chomsky begint na 3 minuten.

Kortom, er is alle mogelijkheid en reden om het neoliberalisme los te koppelen van de democratie. De democratie zelf hoeft hiervoor niet te worden opgeofferd; wat vereist is, is het inzicht dat je bij het bouwen van gemeenschappen cohesie en vertrouwen meer nodig hebt dan een economisch systeem, en dat juist het neoliberalisme ons met dit soort dingen niet gaan helpen. Een neoliberaal bouwt liever een winkelcentrum dan een gemeenschap, en dat is juist wat we niet nodig hebben. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij ons allemaal. We moeten niet verblind raken door het goud dat blinkt aan de kant van de ‘winnaars’, die zo benijdde en zo gehate 1%. Daarvoor is nodig dat je je bewust wordt hoezeer je de neoliberale principes hebt geïnternaliseerd: niet alles is jouw schuld of de schuld van jouw zwarte schaap. En je kunt misschien niet alles bereiken: de financiële rijkdom die voor sommigen is weggelegd, is er niet voor iedereen en zal er ook nooit voor iedereen zijn in dit systeem. Als iedereen rijk was, was geld immers niets meer waard en waren we arm terwijl we eindelijk rijk waren. We zijn meer gebaat met een democratie die gebaseerd is op gedeelde, humane waarden: als we elkaar zien als mens en niet alleen als consument. We zijn tenslotte meer dan geavanceerde apen met een portemonnee.

Save

Save

1 Comment

1 Comment

  1. okitametam

    8 januari 2017 at 03:08

    “…terwijl sociaal-economische status, opleiding en afkomst wel degelijk uitmaakt voor hoe ver je het schopt.”

    Vergeet de factor van het hebben van geluk niet. Niet iedereen heeft charme en/of een vlotte babbel. Deze vaardigheden moet je maar zien te ontwikkelen tijdens je jeugd terwijl dit duidelijk niet voor iedereen weggelegd. En iemand die hier niet de aanleg voor heeft zou tegelijkertijd wel in zich kunnen hebben om de volgende Nobelprijswinnaar te kunnen worden.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

VERS

We do not believe in the world empowering women.

We believe in women empowering the world!

Journalist, activist, game-changing artist, mind-body scientist, international solidarist?

Join the tribe

Copyright © 2020 Vileine

To Top