REAL/FAKE

Hallo Meneer: Ger Groot

Je ziet ze overal: witte oude mannen die dingen vinden van de wereld. In de rubriek ‘Hallo Meneer…’ mogen Vileine vrouwen ook wat terugzeggen. Deze week een reactie op de column van Ger Groot.

Hallo Meneer Groot,

Gisteren schreef u in Trouw dat mansplaining uitgevonden is om mannen de mond te snoeren. U vertaalt de term naar ‘mannelijke betwerigheid’, een vertaling waar wij ons prima in kunnen vinden, overigens. Wel laat u selectief een deel van de definitie weg, namelijk het deel waarin de vrouw daadwerkelijk expert is.

De term zou volgens u bedoeld zijn om mannen ‘bij voorbaat de mond te snoeren’. Laat mij dan nu eens betweterig zijn en u de oorsprong van mansplaining uitleggen. De term is een samentrekking gebaseerd op de boektitel Men Explain Things To Me. Het boek is een collectie gebundelde essays. Ondanks dat het pas in 2015 verscheen, is het nu al een feministische klassieker. Auteur Rebecca Solnit opent het boek anekdotisch. Op een partijtje ergens in Amerika raakt Solnit aan de praat met een man. De man in kwestie begint over een politiek beladen onderwerp, want dat is wat men doet op feestjes. Solnit maakt een opmerking over het HUAC, de opsporingsdienst die in het Amerika van de jaren zestig op communisten joeg. Het HUAC kwam ten val, grotendeels dankzij een actiegroep bestaande uit vrouwen. Op dit punt in de discussie wordt Solnit onderbroken door “Mr. Very Important”. Niet waar, luidt zijn oordeel – Solnit heeft pertinent ongelijk.

Nu moet u weten dat Solnit historicus is en studeerde aan één van de betere universiteiten van de USA, namelijk de Universiteit van Californië (Berkeley). Naast Men Explain Things To Me publiceerde ze nog een stuk of negen andere boeken, waarvan één boek ging over precies dit onderwerp. Mr. Very Important had dit kunnen weten, als hij tenminste de moeite had genomen naar Solnit te luisteren. De man in kwestie moest een keer of drie, vier onderbroken worden door een vriendin van Solnit, voor hij erachter kwam dat de auteur van het boek recht tegenover hem stond. Conclusie van Solnit: in zijn drang om zijn eigen gelijk te bewijzen, luisterde de Very Important Man niet naar de twee vrouwen voor hem. In plaats daarvan deelde hij wijsheden die hij had opgepikt uit een boekrecensie. Het boek zelf had hij niet gelezen.

“Met welke autoriteit spreek jij, meisje?”, vroeg hij

‘Toeval’, denkt u nu vast. Waar het niet dat deze anekdote in een opiniestuk werd gedeeld. Naar aanleiding van het opiniestuk werd een website gelanceerd. Soortgelijke verhalen van honderden vrouwelijke studentes stroomden binnen. En zoals dat nu eenmaal gaat met het internet was de term ‘mansplaining’ al snel geboren. Het verhaal van Solnit doet mij denken aan dat van een goede vriendin, die op een familiefeestje in een discussie over het Israël/Palestina-conflict verzeild raakte. Even voor de duidelijkheid: de vriendin in kwestie is afgestudeerd aan een Britse universiteit in de richting Midden-Oosten studies en beschikt al ruim twee jaar over een master of science-diploma. Tijdens het familiefeestje werden haar statements consequent weerlegd door een oudere man aan tafel. Niks wilde hij van haar aannemen. De discussie mondde uiteindelijk uit in een persoonlijke aanval toen hij vroeg: “Met welke autoriteit spreek jij, meisje?” Geen seconde kwam het in hem op zijn eigen autoriteit eens in twijfel te trekken.

Meneer Groot, als vrouwen het over de term ‘mansplaining’ hebben bedoelen we dat niet als persoonlijke aanval op u of op uw geslacht. We bedoelen het gekscherend, als grap, als vorm van wederzijds begrip tussen vrouwen onderling. Want mijn vriendin en Solnit zijn niet de enige vrouwen die ooit op deze manier de les zijn gelezen door een man die vond dat hij nu eenmaal gelijk had, op basis van niets meer dan zijn geslacht. Een geslacht dat de aangeboren zekerheid met zich mee brengt dat jouw stem waardevol is en gehoord wordt.

In een wereld waar vrouwen consequent de mond gesnoerd wordt, onderbroken worden of zelfs helemaal genegeerd worden in politieke debatten over het vrouwelijk lichaam, gniffelen wij om de term ‘mansplaining’. Een term waarmee wij ons even met elkaar verbonden voelen. Waarmee we voelen dat we er niet alleen voor staan. Want achter het discours van mansplaining gaat wel degelijk een wereld van serieuze machtsstructuren schuil.

Machtsstructuren die ervoor zorgden dat vrouwen pas in 1919 mochten stemmen in Nederland, jaren na dat mannen dat mochten. Machtsstructuren die bepalen dat vrouwen goed genoeg zijn om op de tweede plek van een kieslijst te staan, maar niet op de prestigieuze eerste plaats: dé plaats die gezien en gehoord wordt door heel Nederland. Machtsstructuren die bepalen dat als vrouwen wél een keer hun stem willen laten horen, dit door mannen geïnterpreteerd wordt als ‘effectief de mond snoeren’.

Beste meneer Groot, als we het over mansplaining hebben, bedoelen we niet dat we mannen uit de arena van het publieke debat willen weren. We willen ze niet temmen, en willen ze zeker niet boetseren naar een of ander ideaalbeeld, zoals u schijnt te denken. Wat we wel willen, is onze stem laten horen. En dan graag zonder de les gelezen te worden door mannen.

Dag meneer Groot.

5 Comments

5 Comments

  1. Imelda

    5 april 2017 at 11:06

    Wel jammer dat jullie de verkeerde jaren neerzetten voor de invoering van actief en passief kiesrecht. Als je iemand de les leest over een onderwerp, zorg dan dat je feiten ook kloppen.
    Het kiesrecht werd voor vrouwen in België in 1921 ingevoerd. In Nederland werd Suze Groeneweg al in 1918 voor de SDAP in de Tweede kamer verkozen.

    https://www.atria.nl/nl/publicatie/vrouwenkiesrecht-nederland

    • Jasper

      5 april 2017 at 12:53

      Zonder te willen mansplainen, maar de datum klopt wel. In 1919 werd het actief kiesrecht voor vrouwen in Nederland ingevoerd. Het passief kiesrecht was in 1917 al ingevoerd, maar vrouwen mochten dus pas twee jaar later zelf hun stem uitbrengen.

  2. gerrie

    6 april 2017 at 13:36

    Het is doodzonde dat een op zich uitstekend filosoof als Ger Groot zich niet bij zijn leest houdt. Het is niet de eerste keer dat hij ‘opkomt’ voor de man als slachtoffer binnen een gezinssituatie in de media. Los van het feit dat het te idioot voor woorden is dat hij blijkbaar denkt dat hij nog in de 50er jaren zou moeten leven, richt hij ook behoorlijke schade aan met zijn ‘deskundige’ mening. Hij is namelijk gelieerd aan – of in het gunstigste geval geannexeerd door – de zogenaamde vaderlobby. Dit is een handjevol uiterst fanatieke vaders van inmiddels volwassen kinderen die geen omgangsrecht hebben gekregen – meer dan eens omdat er sprake was van huiselijk geweld, maar dat vertellen ze er niet bij – en die een grote druk op politiek en media uitoefenen om vaderrechten onevenredig groot te maken, zelfs wanneer er sprake is van huiselijk geweld door de vader. Ze boeken daarbij behoorlijk veel resultaat: er is mede dankzij hun lobby een voor huiselijk geweldslachtoffers hele schadelijke wetswijziging doorgevoerd. Een van hun tactieken is het verspreiden van verkeerd geïnterpreteerde of twijfelachtige onderzoeken en uitspraken van ‘deskundigen’. Dit is of zou een uitspraak van Ger Groot zijn uit filosofie magazine (eerste gedeelte is waarschijnlijk van de schrijver van de site) bijvoorbeeld: “Volgens Ger Groot verwaarlozen vaders hun klassieke vaderrol, met als gevolg ontsporende kinderen. ‘In de opvoeding vertegenwoordigt de vader de wet en de moeder de liefde. Die binding is sterker dan de eenentwintigste-eeuwse mens graag zou willen.’ “, maar ook in Trouw heeft hij zich al eerder op deze wijze uitgelaten. De pijlen zijn uiteindelijk steeds gericht de alleen opvoedende moeder (gewenst of ongewenst) die kinderen laat ontsporen omdat ze geen man heeft die ‘de wet handhaaft’, maar eigenlijk heeft in mijn binnen het gezin sowieso al veel te weinig te zeggen (Te vinden op een site die vaderkenniscentrum in de titel heeft. Ik doe jullie het plezier om geen rechtstreekse link te plaatsen want de ervaring leert dat ze fanatiek trollen).

  3. marcel

    9 april 2017 at 03:27

    Intussen staat de wereld niet stil. Onder mannen hebben we het inmiddels ook over ‘femsplaining’. Al die vrouwen die elkaar én mannen onderbreken, je kent het wel. Iederéén kent het wel. Lachen! We hebben daar geen vloeibare definities of campagnes voor en het zal ook nooit het woordenboek halen. Maar dat is ons (ahum) “probleem”.

    Bij mijn weten heeft dat niet tot conflicten geleid, en waarom zou het ook. Tot in de politiek wordt door vrouwen het begrip ‘mansplaining’ wel degelijk gebruikt om mannen de mond te snoeren – omdat het mannen zijn, en niet omdat de betrokken vrouwen om enige naspeurbare reden zulke superieure experts zijn. Zie bijvoorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=R3HvI5dJuzo.

    En opnieuw: de wereld staat niet stil. Zeker in academische kringen, die hun weg gemakkelijk naar alle media en zelfs het juridische systeem en de wetgevende macht vinden, wordt gewerkt aan een corpus aan neerbuigende kwalificaties door ergens ‘man’ voor te zetten. Manspreading, manterrupting, manthreading, de lijst zal nog wel even doorgaan. Geinig, nietwaar? – Intussen wordt in hetzelfde taalgebied elke vermeende verwijzing naar neutrale of ook maar enigszins positieve duiding van ‘man’ waar deze neutraal of ook maar enigszins positief geduid zou kunnen worden, systematisch uitgewied. Mankind, manpower, brotherhood, manmade, de lijst is inmiddels al eindeloos. Zie, onder veel meer: https://www.sarahlawrence.edu/marketing-communications/style-guide/appendices/gender.html. Dijenkletser, ongetwijfeld.

    Samengevat: we zijn bezig alles wat vrouwen als ook maar een beetje problematisch kunnen ervaren (of lachen!) te voorzien van het voorvoegsel ‘man’, en elke neutrale of positieve verwijzing naar hetzelfde geslacht formeel, langs academische weg en consistent te verwijderen. Want gendergelijkheid, weet je wel.

    De ‘machtsstructuur’ van het vrouwenkiesrecht-pas-in-1919 is wel erg belegen. Hoewel: men schijnt nog steeds niet te beseffen dat tussen het algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen slechts twee jaar zat, maar vooral: dat aan het algemeen kiesrecht voor mannen altijd VOORWAARDEN waren verbonden, terwijl de vrouwen het ‘maar liefst twee jaar later’ gratis en voor niks kregen; ondersteund door zowel mannen als vrouwen. Serieus: het verhaal van het kiesrecht en het democratische proces is oneindig veel interessanter en veelzijdiger – zie, onder héél veel meer: https://www.youtube.com/watch?v=4KzbedKv27g – dan het oude, vertrouwde sprookje van vrouwen die het tegen alle weerstand in toch maar hebben gefikst. Maar goed.

    Genoeg gemansplaind. Laatste observatie (beloofd): Solnits anekdotische opstellen zijn absoluut amusant en tegelijk, meer dan wat ook, doordesemd van een merkwaardig herkenbare neiging van – laten we wel wezen – een vrouw, die ons allemaal uitlegt hoe mannen functioneren en vooral: waarom. De ironie is onverbiddelijk. ‘Mansplaining’ is in het leven geroepen door een sterk staaltje van femsplaining. Dus hoed af, allemaal.

  4. Pingback: Kanttekeningen: houd nooit je mond, maar laat een ander ook haar zegje doen – Vileine.com

Leave a Reply

Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

VERS

We do not believe in the world empowering women.

We believe in women empowering the world!

Journalist, activist, game-changing artist, mind-body scientist, international solidarist?

Join the tribe

Copyright © 2020 Vileine

To Top