WORLD+CULT

Heschrijven: Alternatieve boekenweekgeschenken

In The Empire Writes Back doet Riva subtiele (lees: tamelijk radicale) suggesties voor de nodige verandering in literaire sferen.

De literaire canon leidt nog altijd fallusdienst, ondanks dat vrouwen het grotere lezerspubliek zijn en wel degelijk pareltjes van boeken schrijven.

Van fictieve brieven en dode auteurs tot ongeschreven toneelstukken van het zusje van Shakespeare, het veranderen van ééndimensionale vrouwelijke personages in multidimensionale intergalactische karakters en aanpassingen van sprookjes en volksverhalen tot het herschrijven van literaire geschiedenis – je vindt het allemaal in deze niet-zo-bescheiden-maar-vooral-erg-ambitieuze rubriek.

Een alternatieve lijst van 14 jaar boekenweekgeschenken

Deze week klopte Nederland zichzelf op de schouder, omdat we voor het eerst in 14 jaar weer een vrouwelijke auteur hadden die het boekenweekgeschenk schreef. Esther Gerritsen met Broer, een novelle over een vrouw die het contact met haar broer opzoekt wanneer zijn been geamputeerd wordt – wie wil dat nou niet lezen? Tuurlijk, ik ben blij met Esther Gerritsen en Esther Gerritsen is ongetwijfeld ook heel blij. Maar de prangende vraag prikt tussen de regels door als een speld die te dicht in de buurt komt van een ballon op een kinderfeestje: waren er de afgelopen 14 jaar geen vrouwelijke auteurs die het boekenweekgeschenk hadden kunnen schrijven? In het kader van de boekenweek: aber naturlich wohl!

Een stoffig boekenweekgeschenk versus Hella Haasse

Het boekenweekgeschenk wordt altijd speciaal geschreven door een auteur voor de gelegenheid van de boekenweek. Dit hele festijn wordt georganiseerd door stichting CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek). Begonnen in 1930, toen het woord ‘propaganda’ nog weinig nazistische, politiek-onderdrukkende connotaties had en slechts zelfstandig naamwoord van ‘propageren’ was, werd de eerste boekenweek door hen georganiseerd, met het simpele ideaal om meer mensen te laten lezen.

Het allereerste boekenweekgeschenk, De uitgever en zijn bedrijf, klinkt om eerlijk te zijn dodelijk saai: als een doos gedroogde crackers die als de zuidelijke Sahara smaken. Na een (begrijpelijke) stilte tijdens WOII brengt stichting CPNB anonieme boekenweekgeschenken uit, waarvan één van de eerste in 1948 allerminst een Zuidelijk Sahara-cracker gehalte heeft maar eerder een tropische koloniaal-kritische klassieker is: Hella Haasse’s Oeroeg.

In een tijd waarin vrouwen nog niet eens hun eigen stofzuiger mogen aanschaffen om huisslaaf te spelen, wordt een literair moeder op het boekenweekgeschenk gezet, maar de laatste 14 jaar niet. “Mais, comment est-ce que c’est possible?” vraag ik, terwijl ik mijn imaginaire krulsnor scherp punt en met een – evenzo imaginaire – baguette mijn baret rechtzet.

Bellen met het CPNB

Ik besluit de stichting CPNB op te bellen, om een antwoord te krijgen op deze –naar mijn mening—legitieme vraag. Wat de lezer misschien niet weet, is dat ik lichte belangst heb. De zenuwkriebels komen al op wanneer mijn mobiel me met zijn grijszwarte cyclopenoog aanstaart, wachtend op mijn aanraking ter activering (dat klinkt vunziger dan ik had bedoeld). Van binnen prevel ik mijn vragen, zodat ik niet over zal komen als een stamelende idioot en de stiltes niet langer dan een seconde of 15 zullen duren. Ik verzamel al mijn moed en toets het nummer in. De telefoon gaat veel te lang over; ze zijn aan het lunchen. Twee uur later ga ik hetzelfde zenuwproces door en krijg persvoorlichter Maud Aarsen aan de lijn. Het is een moeizaam gesprek, waarin ik moet graven om een antwoord te krijgen:

Ik: “Wie kiest de auteur van het boekenweekgeschenk uit?”
Aarsen: “Dat doen wij.”
Ik probeer zo onschuldig mogelijk te klinken. “Hoe kiezen jullie het boekenweekgeschenk?”
Aarsen: “Daar doen we geen uitspraak over.”
Ik val een kleine 15 seconden stil en probeer een manier te bedenken om toch een antwoord op mijn vraag te krijgen. Ik besluit exact dezelfde vraag net een beetje anders te formuleren. “Oh oké, maar op basis waarvan kiezen jullie een auteur voor de boekenweek?”
Aarsen: “We kiezen iemand die een goede ambassadeur is voor de Nederlandse literatuur.”

Het mysterie van het boekenweekgeschenk

Yes, now we’re getting somewhere’, denk ik. “Hoe kan het dat we sinds 14 jaar nu pas weer een vrouwelijke auteur als boekenweekschrijver hebben?” Aarsen: “We kijken niet naar geslacht of huidskleur, alleen naar geschiktheid. Natuurlijk moet de auteur een bepaalde mediaprominentie hebben. En verder houden we het mysterieus, anders hebben we elke dag schrijvers en uitgeverijen op de stoep staan die zich aanbieden. We willen zelfstandig blijven, dus moet het een mysterie blijven.”

roy-lichtenstein-telephone1

Mysterie. Het ultieme einde van het gesprek: het moet een mysterie blijven. Ik ben er niet van overtuigd dat dit moet, maar word geprikkeld door het woord ‘mysterie’.

Mysterie. Wanneer je iets aan mysterie overlaat, komen er vanzelf wilde ideeën om het te verklaren. Ik bekijk nog eens de website van stichting CPNB en zie dat de NS pas sinds 2002 hoofdsponsor is van de boekenweek. Sinds 2002. Exact de laatste keer (tot deze week) dat het boekenweekgeschenk door een vrouw (Anna Enquist) werd geschreven.

De complottheorie

In mijn hoofd vormt zich een complottheorie: zou de NS een literaire lepel in de pap hebben? De NS heeft met de registratie van alle plekken waar de reiziger komt laten zien dat privacy onderdoet aan hun belang aan informatie, met de invoer van gesloten ov-chipkaart poortjes dat de vrije bewegingsruimte zo veel mogelijk ingeperkt moet worden en met de menselijke koffie- en snoepdragers in de trein dat ze niet schromen voor publieke vernedering. Wie weet heeft de NS wel een duistere voorkeur voor mannelijke auteurs als boekenweekgeschenk, waar we niets vanaf weten. Mysterie.

Van het antwoord van Johan Goossens dat vrouwen “geen echte boeken schrijven” en dat van Marijn Schrijver dat “klassieke literatuur” tot voor kort alleen door mannen geschreven is, word ik niet veel wijzer en moet ik zelfs een heel klein beetje overgeven in mijn mond à la Kees van Kooten als De Vieze Man in de bonbonwinkel.

Ik geef toe: ik beslis na de eerste tien pagina’s van een boek of ik deze het lezen waard vind. Maar om dit voorafgaand aan het aanraken van de (licht-erotische) boekenkaft te doen, is voor mij vloeken tijdens de flamoes-dienst.

Iedereen die niet onder een Hunebed leeft, weet dat de vrouwelijke pen wel degelijk tot literair meester-es-schap in staat is. Ik ga nu geen eindeloze lijst geven van vrouwelijke auteurs in de literatuurgeschiedenis, omdat dan menig lezer van dit stuk (waaronder ikzelf) afgeleid zal raken door een katten/hondenacrobatiek/gesynchroniseerde baby – filmpje of lyrische Facebook-post van een ex met nieuwe geliefde in Toscaans zonlicht en rozenscheten. En dat is natuurlijk niet wenselijk.

Mocht je oprecht niet weten waar je moet beginnen in de Flamoesiaanse literatuur, kijk dan bijvoorbeeld op #Readwomen2014, pak Schrijvende vrouwen – een kleine literatuurgeschiedenis van de Lage Landen, 1880-2010 erbij of ga simpelweg zonder masculiene bril naar de openbare bibliotheek.

De alternatieve lijst

Aangezien ik geen goede redenen heb gevonden waarom het boekenweekgeschenk in de laatste 14 jaar níet door vrouwen geschreven is, en wel een heleboel geweldige auteurs weet die toevallig vrouw zijn, bied ik hieronder de alternatieve lijst aan met boekenweekauteurs.

Op de echte lijst staan twee vrouwen, daarom zal ik twee mannen sparen, de rest zal op meedogenloos willekeurige wijze worden weggestreept. Wat mij betreft doet het niet af aan de kwaliteit van de auteurs op de werkelijke lijst, maar geeft het een idee van hoe de lijst er ook uit zou kunnen zien. Ik heb natuurlijk niet gelet op geslacht of huidskleur; de lijst is gebaseerd op welke auteurs nog niet eerder het boekenweekgeschenk schreven, mediaprominentie, hun geschiktheid om ambassadeur van de Nederlandse literatuur te zijn en, je voelt het misschien al aankomen: mysterie.

2016: Esther Gerritsen, Broer
2015: Dimitri Verhulst, De zomer hou je ook niet tegen Amélie Nothomb
2014: Tommy Wieringa, Een mooie jonge vrouw Joanna Werners
2013: Kees van Kooten, De verrekijker Cynthia Mcleod
2012: Tom Lanoye, Heldere hemel Judith Herzberg
2011: Kader Abdolah, De kraai
2010: Joost Zwagerman, Duel Naima El Bezaz
2009: Tim Krabbé, Een tafel vol vlinders Franca Treur
2008: Bernlef, De pianoman Marente de Moor
2007: Geert Mak, De brug
2006: Arthur Japin, De grote wereld Saskia De Coster
2005: Jan Wolkers, Zomerhitte Mariët Meester
2004: Thomas Rosenboom, Spitzen Charlotte Mutsaers
2003: Ronald Giphart, Gala Joke van Leeuwen
2002: Anna Enquist, De ijsdragers

Click to comment

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

VERS

We do not believe in the world empowering women.

We believe in women empowering the world!

Journalist, activist, game-changing artist, mind-body scientist, international solidarist?

Join the tribe

Copyright © 2020 Vileine

To Top