Deze week bestaat de bikini zeventig jaar. Toch is een feestje niet vanzelfsprekend. Want waar de bikini voor de een het ultieme bewijs van emancipatie is, is het voor de ander niet meer dan een symbool voor lust.
We moeten Louis Réard (on)dankbaar zijn voor het feit dat hij in 1946 het allereerste ‘tweedelige badpak’ showde tijdens een modeshow bij het zwembad. Destijds werd het vooral als vulgair gezien en zelfs de paus bemoeide zich ermee. Maar dankzij de seksuele revolutie in de jaren zestig, waarin de normen en waarden over seks opnieuw werden bepaald, kwam er juist empathie voor de bikini. Niet anderen, maar vrouwen zelf bepaalden hoe ze hun lichaam wilden laten zien. En nu, zeventig jaar later, lijken de kaarten opnieuw te worden geschud.
Toen Marks & Spencer twee maanden geleden een boerkini in de collectie opnam, bleef dat niet onopgemerkt. Zelfs Pierre Bergé (weduwnaar van Yves Saint Laurent) had hierover iets te zeggen: “Ontwerpers moeten niet samenwerken met een dictatuur die vrouwelijkheid verbergt.” Een opmerkelijke uitspraak. De boerkini’s zijn inmiddels zo populair dat ze zijn uitverkocht. Net als de bikini, die nog geen twintig jaar nodig had om haar plek te veroveren.