“Ja, ik bedoel, allemaal leuk dat het een lekker wijf is natuurlijk, maar dat is toch echt te weinig om de verkiezingen mee te winnen .” Zit ik dan. In de trein op weg naar huis na een lange dag werken. In Den Haag stappen twee mannen in. Begin 20, jasje dasje, type corpsbal. Ze komen naast me zitten en klappen hun laptops open. Ze kijken elkaar geamuseerd aan en één van hen roept: “De volgende keer kunnen we dit winnen hoor!” De ander knikt instemmend: “Ja, maar dan moeten we wel van die kut af.” Zonder blikken of blozen knikt de ander emotioneel geïnvesteerd met hem mee: “Dat snapt de geïnformeerde stemmer ook wel. Het zijn geen PVV-ers die met hun onderbuik stemmen.”
Ik kijk de heren aan met verbaasde blik, maar het registreert niet. Of ze zien mij niet zitten, of ze snappen echt niet wat ze uitkramen. Twee intelligente jongemannen die vinden dat hun eigen lijststrekker wellicht “neukbaar” is, maar niet als serieus politiek figuur ingezet kan worden en dat ze daarom de verkiezingen verloren hebben. Niet het partijprogramma was debet, nee, de vrouwelijke lijsttrekker.
Vrouwelijke coaches lopen tegen muren
In “mijn” wereld van de vechtsport merkte ik jaren terug dat vrouwelijke trainers en coaches ook tegen muren aanliepen. Stoere mannen hadden moeite om een vrouwelijke instructeur serieus te nemen. De laatste jaren is dat echter drastisch veranderd en trainen veel mensen juist bij vrouwelijke instructeurs, en dan in de meest harde vechtstijlen zoals Thai-boksen en Mixed Martial Arts. Waarom? Simpelweg omdat vrouwelijke vechters op televisie meer aandacht krijgen dan ooit tevoren. Ze dingen mee naar wereldtitels en zijn headliners van toernooien. Vooral Nederlandse vechtsters als Marloes Coenen en Germaine de Randamie breken door het glazen plafond en laten zien dat vrouwen geen “mietjes” zijn, maar net zo hard voor de titel durven gaan als de mannen. Het bloed spuit er net zo hard vanaf en de neuzen breken net zo snel.
Mannen en vrouwen zien deze voorbeelden en daardoor vallen vooroordelen weg. Een vrouwelijke vechtsportinstructeur is niet raar meer als Marloes of Germaine net iemand alle hoeken van de ring heeft laten zien. En juist voor de wat lichtere mannen, en vrouwen, zijn vrouwelijke vechters mooie voorbeelden, want zij krijgen dingen voor elkaar zonder dat ze 110 kilo wegen en een bus kunnen optillen. Techniek, agressie, uithoudingsvermogen en inzicht: vrouwelijke vechters moeten het van meer factoren hebben dan mannelijke zwaargewichten, die vooral kunnen leunen op hun lompheid.
Nou ben ik zelf opgeleid door twee vrouwen in mijn vechtsportsysteem. Allebei sterke vrouwen met sterke persoonlijkheden, die tegen alle stereotyperingen in zichzelf keihard omhoog hebben gewerkt en nu succesvol hun eigen scholen runnen. Eén ervan is zelfs de hoofdtrainer van speciale eenheden in Israël, een notoir mannenbolwerk. Tijdens al mijn jaren training vroeg ik me nooit af of deze twee meesters in hun discipline wel “neukbaar” genoeg waren. Daarvoor had ik teveel respect voor hen én lag ik net iets teveel huilend op de grond. Het kwam niet eens in mij op. Zij lieten hun skills zien en ik wilde graag van hen leren.
Succesvolle vrouwelijke rolmodellen
Daar gaat het nou precies fout bij de twee mannetjes in de trein: zij zien geen voorbeelden van vrouwen die het hebben gemaakt als succesvol partijleider. Om de één of andere reden wordt Marianne Thieme niet serieus genomen als politiek figuur door de wat conservatievere stemmers omdat ze partijleider is van een partij die voor diertjes opkomt. Typisch een vrouwenonderwerp natuurlijk. Echte mannen eten immers vlees en jagen.
Wat als deze jongens nou vanaf hun kindertijd boeken onder hun neus hadden gehad waarin vrouwen leidinggevende rollen hadden? Wat als zij op school hadden geleerd dat vrouwen ten grondslag liggen aan veel wetenschappelijke ontdekkingen, die vervolgens gekaapt zijn door hun mannelijke collega’s? Zoals Rosalind Elsie Franklin, wiens onderzoek leidde tot het ontdekken van DNA, maar wiens naam vergeten is en vervangen is door Watson en Crick? Of de twee Nobelprijswinnaars Wang en Lee, die wegliepen met het onderzoek van Chien-Siung Wu, de grootmoeder van de moderne natuurwetenschappen?
Het begint vroeg. Als kinderboeken worden de mannelijke hoofdrollen gegeven aan piloten, ridders, brandweermannen, cowboys, matrozen en piraten. De vrouwelijke hoofdrollen zijn voor moeders, prinsessen en verpleegsters. Hoe leren mannen dan ooit dat vrouwen ook stoer kunnen zijn? Laat staan hoe vrouwen al vanaf hun jeugd te horen krijgen dat zij nooit stoere dingen zullen doen?
Als ik kon schrijven voor kinderen zou ik een boek maken over Marloes Coenen of Germaine de Randamie. Over hoe een klein meisje tegen de stroom in zichzelf naar boven knokt en de leiding neemt. De overwinning naar zich toe haalt. Stoer is. Met bebloede knokkels en blauwe ogen. Eens kijken of jonge knaapjes, zoals die twee in de trein, dan wél met respect voor sterke vrouwelijke figuren opgroeien en het falen van hun partij niet gaan zoeken bij het geslacht van de partijleider, maar bij de inhoud van het partijprogramma.