Aurore (Ariane Labed) kijk met wijd gesperde ogen uit het vliegtuig raampje, terwijl Kabul steeds kleiner wordt. Ze heeft zes maanden gevochten in Afghanistan voor het leger en is met beste vriendin Marine (Soko) op weg naar een vijfsterrenhotel op Cyprus, waar ze met haar hele divisie drie dagen zullen verblijven. Daar moeten de soldaten tot rust komen en hun zorgen en trauma’s achterlaten, zodat ze het thuisfront er niet mee belasten.
Tijdens de gehele speelfilm Voir du Pays zullen we via Aurore’s open vragende — haast naïeve — ogen de film bekijken, waardoor je je steeds meer afvraagt wat ze in het leger te zoeken heeft. Het is een vraag die Aurore zich zelfs een keer hardop afvraagt. En eigenlijk is het ook de centrale vraag die de filmmakers Delphine en Muriel Coulin stellen.
Niet zo gek dus dat de filmmakers hebben gekozen om hun verhaal te laten afspelen in die eerste dagen na het verblijf van de militairen in Afghanistan, wanneer ze zich beginnen te realiseren wat er allemaal gebeurd is. De open blik van Aurore wordt mooi gecontrasteerd met de cynische houding van Marine – die is direct kritisch over het formulier dat ze in het vliegtuig moeten invullen, met vragen als: heb je last van slaapproblemen? Heb je last van traumatische beelden? Heb je last van black-outs? Ze merkt op: “Wie zou er zo gek zijn om hier ooit ‘ja’ op te antwoorden?”
Traumatische ervaringen uitwissen
Die kritische houding is nodig, want ook al zijn de soldaten op Cyprus om tot rust te komen, de legerleiding vereist nog steeds een ijzeren discipline. Zo moeten ze in groepssessies, met behulp van computersimulatie, ten overstaan van iedereen over hun ervaringen vertellen. De legerleiding hamert erop dat ze willen “helpen” om de ervaringen en emoties een plekje te geven. Gedurende de film wordt echter steeds duidelijker dat ze de ervaringen van de militairen willen uitwissen. Ook is er de constante surveillance waar de soldaten aan onderworpen worden. Die zorgt voor een gespannen sfeer, waardoor het voelt alsof elke militair een tikkende tijdbom is. De verhoudingen in de groep worden zo op scherp gesteld en juist de traumatische ervaringen die er echt toe doen, blijven onbesproken.
Vlakbij is het nog steeds oorlog
De zusters Coulin buiten die spanningen uit door ze te laten plaatsvinden in een luxueus stoombad, op het balkon van een hotelkamer met een azuurblauwe zee in de achtergrond, of op het strand bij een kampvuur, waar mooie hipsterjongeren met cocktails omheen dansen. Cyprus wordt voorgesteld als een paradijselijke oase. Aurore merkt zelfs in de bus naar het hotel op dat het vreemd is om niet meer bang te hoeven zijn voor een ontploffing. “Het lijkt wel Disney.”
Dat is een schijn die de makers echter gedurende de film doorprikken, bijvoorbeeld als Marine even de televisie aanzet en het nieuws over de Griekse Eurocrisis de hotelkamer binnendringt, of wanneer de militairen zich realiseren dat het 100 km verderop nog steeds oorlog is. Op een tour rond het eiland staan de twee hoofdpersonages bij de zwaarbewaakte grens met Turkije, en als ze weer in de bus naar huis zitten rijdt een politiebusje langs met vluchtelingen die weer teruggestuurd worden.
In dat opzicht is het vijfsterrenhotel op Cyprus een metafoor voor de cocon waar Europa zich graag in wil verschuilen. De brandhaard om ons heen laait op en de realiteit komt steeds sterker binnendruppelen. Toch kijken we liever weg, zodat we kunnen blijven dansen op de vulkaan. Gelukkig zijn er militairen om onze Europese waarden te beschermen, zodat we lekker kunnen doorfeesten. Het beschermen van Franse en Europese waarden is één van de voornaamste redenen die Aurore opgeeft als een toerist haar vraagt waarom ze in het leger is gegaan.
Seksisme sluiert tijdens de hele film
Maar ook die vermeende Europese waarden trekken de zusters Coulin in deze film sterk in twijfel. Het leger is nou niet bepaald het vlaggenschip van die waarden als het aankomt op gelijkheid voor vrouwen. Het seksisme sluimert tijdens de hele film. Soms is het een blik die mannelijke soldaten Aurore of Marine toewerpen, andere keren is het dat ze kinderachtig de deur van het stoombad barricaderen als Marine en Aurore naar buiten willen, het een toerist in bikini onmogelijk maken om langs de groep militairen te lopen, of een opmerking maken dat vrouwen in het leger ongeluk brengen.
Toch blijf je het gevoel houden dat Aurore en Marine bij de divisie horen, tot ze op de tour rond het eiland de meest simpele zomerjurkjes aantrekken en hun haren losgooien. Je kunt het ze niet kwalijk nemen dat ze het t-shirt en de joggingbroek van het leger even willen verruilen voor vrijheid en vrouwelijkheid. Dat komt ze echter duur te staan, wanneer het seksisme op de meest gruwelijk wijze zijn kop opsteekt. De zusters Coulin tonen daarmee aan dat de centrale vraag over wat een vrouw in het leger te zoeken heeft, eigenlijk een retorische vraag is. Want als jouw vrijheid en gelijkheid alleen holle begrippen blijken te zijn, waar vecht je als vrouw dan nog voor in een vreemd land?