Hoe heet het?
Fear of Flying door Erica Jong
Wanneer en waar?
1973, Amerika
Waar kan je de auteur van kennen?
Erica Jong is wereldwijd beroemd geworden door haar risqué semi-autobiografische bestseller Fear of Flying. Het boek werd meer dan twintig miljoen keer verkocht en speelde een grote rol in het Tweede Golf-feminisme. Ook in Nederland was het een groot succes, onder de titel Het ritsloze nummer. Begin april 2016 verscheen na meer dan veertig jaar het langverwachte vervolg: Fear of Dying. In het Nederlands enigszins vreemd vertaald als Het ritsloze naspel – maar hey, die woordspeling op Het ritsloze nummer vergeef ik maar even.
Waar gaat het over?
Fear of Flying volgt hoofdpersoon Isadora Wing – 29 jaar, Joods-Amerikaans, upper middle class dichteres en intellectueel – in haar zoektocht naar het ultieme ritsloze nummer (‘the zipless fuck’): een moment van puur orgastisch plezier zonder emotionele verbinding, het liefst anoniem. De zoektocht leidt de lezer door Isadora’s verleden – haar jeugd, fantasieën, haar eerste huwelijk met een schizofrene man, haar jaren in therapie en haar tweede huwelijk met haar Chinese therapeut Bennett – naar haar heden: haar affaire met über anti-hero Aiden, in alle opzichten de tegenpool van Bennett. Uiteindelijk leiden al haar ervaringen Isadora naar haar ultieme ritsloze nummer: dat met haarzelf.
Waarom moet je dit boek toch echt lezen?
Een kleine persoonlijke anekdote: toen ik opgroeide, had werkelijk iedereen (nou ja, iedereens ouders) dit boek in de kast staan. Tot op heden had ik het nooit gelezen, hoewel de titel – Het ritsloze nummer – altijd extreem spannend klonk. Ik verwachtte dus eigenlijk een soort Fifty Shades of Grey avant la lettre. Maar niets bleek minder waar. Fear of Flying bleek veel minder over seks te gaan dan ik dacht, of kennelijk hoopte – want toen ik op een derde van het boek nog geen goede seksscène was tegengekomen, begon ik me toch wel goed bekocht te voelen. Maar die teleurstelling maakte gauw daarna juist plaats voor bewondering. Nee, Fear of Flying beantwoordt niet aan je kinky sm-fantasieën, maar het is wel een intelligent, grappig boek, dat zich bewust is van haar eigen absurditeiten. Ja, Isadora Wing kan onuitstaanbaar zijn: egocentrisch, semi-intellectueel, overgevoelig en over-analyzing. Maar het leuke is dat ze zich daarvan bewust is, en ook van de grande tradition van ‘romantische’ liefdesverhalen waarvan ze droomt en waar haar verhaal ook in past – of toch niet? Niet voor niets bekritiseert ze de erotische roman Lady Chatterley’s lover – of haar eigen stommiteit in het hopen dat een man je komt redden van jezelf:
“Pia and I were ‘free women’. We had more in our lives than just men. Then why did our lives seem to come down to a long succession of sad songs about men? Why did our lives seem to reduce themselves to manhunts? Where were the women who were really free? We looked to our uncertain heroines for help. [o.a. Sylvia Plath en Jane Austen, ed.] What a group! Severe, suicidal, strange. Where was the female Chaucer? One lusty lady who had juice and joy and love and talent too?”
Isadora weigert compromissen te sluiten – ze wil niet geloven dat kunstenares, vrouw, moeder, minnares zijn niet allemaal samen kan gaan, hoezeer haar ouders, zussen en de mannen om haar heen dat ook volhouden. En tot het zover is, weigert ze zich in een van die rollen vast te leggen. Uiteindelijk gaat Fear of Flying niet over seksuele vrijheid, maar over zelfontplooiing en zelfontdekking, en uiteindelijk zelfstandig zijn.
“Perhaps this is what Adrian meant about going to the bottom of yourself and pulling yourself back up. Learning how to survive your own life. Learning how to endure your own existence. Learning how to mother yourself. Not always turning to an analyst, a lover, a husband, a parent.”
Fear of Flying is geen verhaal over een volwassen vrouw die haar seksualiteit wil verkennen, zoals ik dacht – het is een coming of age-story over jezelf vinden, niet de ander.
Wat moet je weten als je het boek toch niet gaat lezen?
Zelden heb ik zoveel feministisch oneliners gezien in een boek dat bekend staat als een ‘sexy pageturner’. Erica Jong verkent in dit boek alle limieten die een vrouw in de jaren 70 begrensden – en sterker: dat nog steeds doen. Het boek voelde nog immer fris en relevant, behalve de Freudiaanse analyse dan. Je kan je voorstellen dat sommige dingen nu minder schokkend overkomen als destijds, zoals het woord ‘kut’ dat veelvuldig gebruikt wordt, of Isadora’s beschrijving van haar menstruatie. Maar verder is het ongelooflijk, hoe weinig er in die meer dan veertig jaar veranderd lijkt te zijn. Van anorexia, schuldgevoelens over seks tot de dwang om kinderen te krijgen: Isadora’s dilemma’s zijn 100% herkenbaar. Maar Isadora is sterk genoeg om niet toe te geven aan al die onzichtbare eisen:
“That was what I originally wanted. A man to complete me. Papageno to my Papagena. But perhaps that was the most delusional of all my delusions. People don’t complete us. We complete ourselves.”
Kant-en-klare quote voor feestjes:
“What all the ads and all the whoreoscopes seemed to imply was that if only you were narcissistic enough, if only you took proper care of your smells, your hair, your boobs, your eyelashes, your armpits, your crotch, your stars, your scars, and your choice of Scotch in bars—you would meet a beautiful, powerful, potent, and rich man who would satisfy every longing, fill every hole, make your heart skip a beat (or stand still), make you misty, and fly you to the moon (preferably on gossamer wings), where you would live totally satisfied forever.”