Bert Dijkstra is een mannetje dat al jaren een column heeft in VROUW, het (jawel) vrouwenkatern van De Telegraaf. Bert Dijkstra heeft het niet zo op met vrouwen, zo blijkt als je een paar willekeurige columns van hem leest. Deze week kotste hij uitgebreid over Wiegertje Postma heen in zijn stukje. Omdat zij samen met 24 andere schrijfsters een bundel presenteerde met feministische essays: Vrouwen schrijven niet met hun tieten. Eerlijkheid gebiedt me te vermelden dat ik zelf ook in de bundel sta – maar daar gaat het in dit geval niet om.
Overuren van de galblaas
Dijkstra windt zich in zijn column op over Wiegertjes galblaas: die zou overuren draaien en zich legen bij alles wat door Wiegertje enigszins seksistisch gevonden wordt. Wiegertje windt zich volgens Dijkstra op over allerlei pietluttige feministische kleinigheden, terwijl – zo concludeert hij – ze nog nooit iets over kindbruidjes gezegd heeft. En iemand die niks over kindbruidjes zegt, die is af. Als een farmaceut met een nieuw middel tegen neusverkoudheid komt, roepen we immers ook massaal: “Ga eerst maar eens een medicijn tegen kanker ontwikkelen en kom dan nog maar eens terug met je neusverkoudheid!”
Waar Dijkstra Wiegertje in zijn column reduceert tot één orgaan, namelijk haar galblaas, wil ik Dijkstra zelf in mijn eigen column graag reduceren tot zijn kots, die hij wekelijks over de vrouwelijke Telegraaflezeressen mag uitstorten. Ik zou natuurlijk inhoudelijk kunnen ingaan op Dijkstra’s “stukje”, maar we weten inmiddels dat er legio blanke mannen van middelbare leeftijd zijn die alles wat vrouwen zeggen per definitie bestempelen als gezeik. Sommigen denken het, sommigen zeggen het, maar slechts een enkeling krijgt de kans om het lezerspubliek van De Telegraaf als openbaar toilet te gebruiken. Het lijkt mij niet meer dan logisch om ons af te vragen waarom de redactie van nota bene een vrouwenrubriek een dergelijke columnist handhaaft.
De Telegraaf als openbaar toilet
Er zijn verschillende manieren waarop je als vrouw uiting kunt geven aan je verlangen om te emanciperen. Om onafhankelijk te zijn. We noemen dat doorgaans feminisme, maar feminisme kent vele verschijningsvormen. Je kunt als vrouw stelling nemen tegen al wat naar seksisme riekt, zoals Wiegertje in haar columns deed. Dat roept een hoop wrevel op bij mannen zoals Bert Dijkstra. Wat je ook kunt doen is je uitspreken tegen andere vrouwen, tegen alles wat feministisch is of lijkt, en je zoveel mogelijk aanpassen aan de mannen om je heen. ‘Being one of the guys’, noemen we dat. Mannen vinden dat over het algemeen prima. Wel lekker, zo’n vrouw die zichzelf niet zo serieus neemt en schijt heeft aan andere vrouwen.
Dat laatste is precies wat de redactie van De Telegraaf in mijn ogen ook doet. Ze maakt een vrouwenkatern over vrouwenprobleempjes (kleding, make-up, seks), maar om niet te wijverig over te komen – en niet geassocieerd te worden met zure feministen – laat ze Bert Dijkstra aan het woord. Een man die lak heeft aan vrouwen en al helemaal aan vrouwen waarvan hij vermoedt dat ze lak aan hém hebben. Bert bestrijdt feminisme met grof geweld, clichés, drogredenen en spreekwoordelijke kots. Zijn boodschap aan de vrouwelijke Telegraaflezer: zeur niet, dat maakt je onaantrekkelijk.
Zeur niet, dat maakt je onaantrekkelijk
Het is de boodschap van iedere vrouw die zich denkt te emanciperen door zich aan te passen aan de mannelijke standaard. Ik kan het weten, want ik deed jarenlang exact dat: me als een barbapappa conformeren aan the guys. Inmiddels ben ik van mening dat vrouw-zijn voor mij gelijk staat aan politieke inmenging, en dat juist dat me tot feminist maakt. Het betekent vrijwel automatisch dat ik vaak standpunten inneem die me weinig populair maken bij mannen in het algemeen, en mannen als Bert Dijkstra in het bijzonder. Dat kan me niet zoveel meer schelen. Mijn boodschap aan de redactie van De Telegraaf: ontsla de kots van Bert Dijkstra. Op staande voet. Kots stinkt.