Filosoof Heidi Dorudi deconstrueert paradigma’s en termen die de kaders van ons denken bepalen.
Vorige week was ik uitgenodigd om deel te nemen aan een debatdiner. Het thema van die avond was “Veiligheid” en mij was vooraf gevraagd dit thema in te leiden. Oké, dacht ik, over veiligheid kan je enorm veel zeggen. Er zijn veel verschillende perspectieven die evenveel verschillende aanvliegroutes bieden. Welke aanvliegroute je vervolgens kiest, bepaalt voor een groot deel de koers van zo’n discussieavond. Mij was echter onbekend welke insteek men voor deze avond voor ogen had. En dat was maar goed ook, want al snel bleek dat ik een heel ander perspectief heb als het gaat om veiligheid.
“Waar was jij toen Brussel gebeurde?”
Na mijn korte voordracht werd iedereen namelijk verzocht een antwoord te geven op de vraag: “Waar was jij toen Brussel gebeurde?” Daarmee werd natuurlijk de meest actuele aanslag op Europese bodem bedoeld, waarvan hier een fotorapportage van de Volkskrant, en een samenvatting van de tv-rapportages op Canvas. Natuurlijk hebben zowel de aanslag als de daaropvolgende reacties heel veel te maken met veiligheid, oftewel met het ontbreken van voornamelijk een veiligheidsgevoel bij de mensen in Europa. Dat het daarbij echter uitsluitend lijkt te gaan om ‘onze’ veiligheid ‘hier’ blijkt ook uit de manier waarop de Europese politici en mainstream media steeds weer de termen ‘justitie’, ‘vrijheid’ en ‘veiligheid’ aan elkaar koppelen. De roep om veiligheid die door justitie moet worden afgedwongen wordt des te luider, zodra het gaat om ‘terroristische’ aanslagen of om het ‘vluchtelingenprobleem’. Er wordt telkens weer een link gelegd tussen deze twee fenomenen.
Bij de ‘vluchtelingenkwestie’ wordt het discours zelfs beheerst door uitspraken over ‘onze’ waarden, waarbij het mij volledig ontgaat wat die waarden nou precies zijn en wat ze in de praktijk betekenen. Betekenen ze dat we zonder meer de grenzen van andere landen mogen overschrijden en zomaar mensenlevens mogen vernietigen? Zoals hier of hier? En dat we dit dan geen terrorisme noemen, omdat de vernietiging van deze mensen op afstand gebeurt en niet door allahoe-akbar-roepende mensen die een bom laten ontploffen in een vertrekhal of metrostation?
Veiligheid heeft alles te maken met de internationale, universele en onvervreemdbare mensenrechten
Als het gaat om de vraag naar veiligheid, heb ik dus een volledig andere insteek dan de gastheren van het debatdiner. Mijn aanvliegroute voor de discussie was namelijk het perspectief van de 60 miljoen mensen die niets anders meer hebben dan hun naakte mens-zijn. Vluchten is het enige dat ze nog kunnen doen om deze volledig uitgeklede menselijkheid te beschermen.
Precies hierin ligt voor mij dan ook de kern van veiligheid. Veiligheid betekent primair: veilig een mens te kunnen zijn. Heel basaal. Veilig te kunnen eten. Veilig te kunnen slapen, zonder de angst in je slaap aangevallen te worden door iets of iemand. Veilig over straat te kunnen lopen. Het gaat simpelweg om de fundamentele veiligheid van mijn naakte mens-zijn. En wel elke dag van mijn leven. Daarom heeft veiligheid alles te maken met de internationale, universele en onvervreemdbare mensenrechten.
Op 10 december 1948 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan. Het was Hannah Arendt die een profetisch scepticisme had als het ging om het afdwingen van de internationale mensenrechten. Deze zouden namelijk volgens haar voorspelling nota bene door de politiek in de steek gelaten worden. En ze had gelijk. Zie bijvoorbeeld hoe de CDA-leider Sybrand van Haersma Buma vorig jaar het Vluchtelingenverdrag wilde aanpassen. Of kijk naar de onmenselijkheid van Europa’s plan voor de ‘vluchtelingenproblematiek’. Het resultaat is dat vluchtelingen teruggestuurd worden naar exact die plek die ze wanhopig ontvlucht zijn.
De indésirables
Dit is niets anders dan schaamteloos verraad. En dat zo’n trouweloosheid überhaupt mogelijk is, komt volgens Arendt omdat er een inherente paradox zit in het waardevolle en noodzakelijke begrip ‘internationale mensenrechten’. De Universele Rechten van de Mens waren om te beginnen juist nodig, omdát je niet kon vertrouwen dat staten deze rechten voor elk individu zouden waarborgen. De geschiedenis had immers laten zien dat overheden zich niet in bedwang konden houden als het ging om het schenden van mensenrechten. Je hoeft alleen maar terug te blikken naar het Nazi-Duitsland of het Rusland van Stalin. Ook kon je er niet op vertrouwen dat staten te allen tijde het welzijn van hun burgers zouden bevorderen.
De kern van het probleem ligt in het feit dat het in de handen van dezelfde onbetrouwbare staten ligt om de zogenaamd onvervreemdbare mensenrechten af te dwingen en te beschermen. Juist daarom werden de mensenrechten ‘onvervreemdbaar’ verklaard: ze moesten onafhankelijk zijn van alle overheden in de wereld. Maar tijdens het interbellum en daarna werd duidelijk dat, zodra mensen statenloos worden en dus terug moeten vallen op hun minimum aan internationale mensenrechten, er geen enkele autoriteit meer is die hen beschermt en er geen enkele institutie bereid is hun rechten te garanderen.
De problemen die Arendt toen zag, zijn problemen die nu weer oorverdovend luid zichtbaar zijn. Ook nu zijn het weer miljoenen mensen die op de vlucht zijn. Mensen die daardoor heimatlos zijn. Statenloos. Mensen die juist daarom bescherming nodig hebben. Het enige dat ze nog bezitten is hun naakte leven. Hun naakte mens-zijn. En zelfs dat zetten ze op het spel door in schamele bootjes te stappen, in een laatste poging hun leven te redden. Hun status is dezelfde als die van de miljoenen statenloze, verjaagde minderheden en Europese Joden ten tijde van het interbellum en daarna. Het is de status van de ongewensten, de indésirables.
We beroven onszelf van deze mensenrechten
‘Mensenrechten’ zijn niets anders dan een leegte, een vacuüm, als ze niet gekoesterd worden. Als ze niet gerespecteerd worden. Als ze niet door een ieder van ons en onze overheden te allen tijde verdedigd worden. Als we de mensenrechten van deze mensen, die nu al sinds jaren vechten voor hun naakte mens-zijn, niet garanderen, dan beroven we onszélf van dezelfde mensenrechten. ‘Veiligheid’ is dan ver te zoeken, want zonder de meest basale mensenrechten heb je geen veiligheid. Zonder veiligheid is een toekomst, en dus vrijheid, niet mogelijk. En voor vrijheid geldt hetzelfde als voor mensenrechten: je bent alleen maar zo vrij als de vrijheid die je aan anderen geeft.
De vraag die dus gesteld moet worden is niet ‘Hoe veilig zijn wij hier nog?’, maar ‘Hoeveel veiligheid geven ‘wij’ aan mensen in en van andere landen?’ Of anders geformuleerd: hoeveel veiligheid ontnemen we van mensen die niet tot het ‘wij’ van ‘hier’ behoren? Als we deze vraag oprecht beantwoorden, dan stappen we uit het paradigma van ‘onze’ veiligheid ‘hier’ en stappen we in het paradigma van de veiligheid van álle mensen op deze aardbol.
Het is geen vluchtelingencrisis, maar een mensenrechtencrisis
Op de vraag dus “Waar was jij toen Brussel gebeurde?” antwoordde ik: “Ik heb geen idee waar ik was op die dag.” Ik weet het echt niet meer. Misschien omdat mijn gevoel van veiligheid niet essentieel minder wordt door dit soort aanslagen, maar eerder door de manier waarop er met mensen wordt omgegaan die moeten vluchten. De manier waarop er omgegaan wordt met hun mensenrechten en dus met mijn mensenrechten. Vooral de grenzen van de natiestaat — die nu zo onmenselijk worden opgetrokken en bewaakt — geven mij een onveilig gevoel.
En het zijn precies deze grenzen die de ‘onvervreemdbare’ mensenrechten verraden en vervreemdbaar maken. Exact daarom wil ik het woord ‘vluchtelingenprobleem’ — of alle vergelijkbare termen — niet meer gebruiken. Het zijn niet de vluchtelingen die een probleem zijn, het zijn de natiestaten die van mensenrechten een probleem maken, in plaats van deze te respecteren en te koesteren. Dat het geen ‘vluchtelingencrisis’ is, maar een mensenrechtencrisis, wordt schrijnend zichtbaar in deze prachtige fotorapportage van Lynsey Addario.
Pingback: Paradigma: 'vluchtelingencrisis' gaat over 'onze' veiligheid - Dorudi