Linda Kloosterboer destilleert politieke spelletjes tot een wekelijkse dosis politiek.
Zeiken over politiek is vaak heel bevredigend. Want laten we eerlijk zijn: het is me ook wat, die frauderende bestuurders, raaskallende parlementariërs, een flut-kabinet en een falend beleid. Het fijne van zeiken/klagen is dat het overal en altijd kan; bij het koffiezetapparaat, op verjaardagen, online en in de kroeg. Het verbroedert. Het beroep van politicus is dan ook steevast het minst gewaardeerde beroep in Nederland, naast dat van bankier en callcenter-medewerker.
Het is nooit goed
Daar zijn politici ook zelf verantwoordelijk voor, vinden wij, want ze breken constant verkiezingsbeloftes en zijn verantwoordelijk voor de roof op de portemonnee van de Nederlandse burgers én ondernemingen. Ook zijn politici de belichaming van een steeds verder uitdijende overheid, een bureaucratie met daarbij behorende ‘nutteloze’ banen. In die zin zit er één terugkerende lijn of toonsoort in de klaagzang die wij boze burgers vaak uiten over de politieke stand van zaken: het is nooit goed.
Maar dan: idealiter eens in de vier jaar geven wij onszelf (de zwevende kiezers) de ruimte om ons te laten ‘betoveren’ door de politiek. Correctie: door één politicus. In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen worden we via televisie, kranten, sociale media, posters in bushokjes, flyers op deurmatten, pop-ups op Youtube, spam in de mailbox en op vrije zaterdagen in de binnenstad geconfronteerd met politici en hun idealen voor onze toekomst. En dan komt het niet zelden voor dat we, gesterkt door een fenomenaal optreden in een televisiedebat, daadwerkelijk gaan geloven in een politicus. Voor eventjes dan, natuurlijk.
Korte periode van betovering
En zo’n korte periode van betovering tussen burgers en politici zit er weer aan te komen. Want ook al lijken de volgende Tweede Kamerverkiezingen nog ver weg (maart 2017), voor de Haagse politieke partijen is de campagnetijd al aangebroken. Regeringspartijen doen nu al hun uiterste best om aan te tonen dat het land er een stuk beter voorstaat dan pakweg vier jaar geleden en ambitieuze oppositiepartijen schuiven hun beste ‘man’ naar voren. De meest opvallende van het stel is nu al de fractievoorzitter van GroenLinks.
Jesse Klaver, als uit een sprookjesboek of soapserie gelopen, is de new kid on the block die in korte tijd al vele virtuele stemmen wist te veroveren en zo zorgt voor een nieuw elan binnen zijn partij. Deze Boy Wonder, zo ongeveer volwassen geworden in politiek Den Haag, heeft een cv waar je u tegen zegt en weet een nieuwe generatie kiezers voor zich te winnen. Zij lijken te vallen voor zijn tomeloze ambitie, lef, jeugdigheid, debattechniek en bereidheid om een flinke linkse koerswijziging in te zetten. En had ik al iets gezegd over zijn tall, dark and handsome uiterlijk? Niet voor niks kijken andere politieke partijen argwanend naar dit frisse politieke fenomeen en noemen journalisten de snelle opkomst van GroenLinks in de peilingen al het ‘Klaver-effect’.
Messias-achtige kwaliteiten
Het fascineert mij iedere verkiezingstijd weer hoe wij kiezers (geholpen door media, campagneteams en een sprankje wensdenken) in feite onze hoop en verwachtingen projecteren op één politicus. Het lijkt bijna een verliefdheid. Die persoon moet, als hoeder van onze natie, ons behoeden tegen al het kwaad. Ook moet onze ‘verlosser’ over bijna Messias-achtige kwaliteiten beschikken om als een ‘heilige’ de regeerperiode door te komen. En met heilige bedoel ik dat de politicus in kwestie nooit ofte nimmer een steekje mag laten vallen en hij ál zijn of haar verkiezingsbeloftes nakomt. Wat natuurlijk nooit gebeurt, want we regeren nog steeds in coalities en ook een politicus maakt soms een inschattingsfout.
Dat we teleurgesteld worden staat dus vast en dan staan wij, de boze burger, klaar om de ooit zo populaire politicus met pek en veren over het Binnenhof te jagen. Want in de korte tijd waarin wij open stonden voor politieke visie en idealen (het sprookje), hebben we ons laten ‘bedonderen’ door … (vul zelf maar een naam in). En een nieuwe ronde van zeiken bij koffiezetapparaten, verjaardagen, online en in de kroeg kan beginnen.
Naïeve spiraal
Het is de naïeve spiraal waarin wij als burgers en politieke partijen al even in blijven rondcirkelen. Politici beloven ons de hemel, wij geloven daarin en raken steevast teleurgesteld en boos. Hoe veranderen we dat? Laten we allereerst proberen om ons niet zo kinderlijk om de tuin te laten lijden door knappe koppen en ‘te mooi om waar te zijn’-praatjes. Door gelikte campagne slogans en rellerige oneliners. Oh ja, en daarbij moeten we onthouden dat we niet op zoek zijn naar de nieuwe Messias, maar naar een politiek leider slash bestuurder. Iemand die visie heeft over waar we in Nederland naartoe moeten, maar dit ook kan onderbouwen met concreet beleid en leiderschap.
Tegelijkertijd heeft de journalistiek zelf ook wel een zelfreflectie-momentje nodig, want die wakkert met liefde de populariteitsstrijd die verkiezingen inmiddels zijn geworden, aan. Met als tragisch dieptepunt de potsierlijke debatavonden waarbij politici als poppen op stokken in één minuut zo gevat, slinks of provocerend als mogelijk uit de hoek moeten komen, waarna ze in drie oneliners hun partijstandpunten mogen toelichten. Op televisie lijken verkiezingen steeds meer verworden tot soundbites in plaats van de idealen en vergezichten waar we vier jaar mee vooruit kunnen.Tot zover mijn eigen geklaag.