Naast vrede, vrijheid en veiligheid is gelijkheid een van de mooiste en moeilijkste dingen om te bereiken. Dit blijkt uit de lange weg achter ons, waarvan het einde nog steeds niet in zicht is. We gaan wel vooruit, steeds sneller, het gaat goed en dan… Dan pronkt er in Opzij in dikgedrukte zwarte letters dat “een basisinkomen vrouwen verzekert van financiële onafhankelijkheid.” Meteen wordt de weg naar gelijkheid nóg een stukje langer.
Ik geloof oprecht dat met een basisinkomen het verschil tussen arm en rijk wordt verkleind. Ook denk ik dat het een goede zet is omdat het een positieve invloed zal hebben op anticonceptie en de strijd tegen huiselijk geweld en gedwongen huwelijken, zoals schrijfster Asha ten Broeke in haar Opzij-artikel schrijft. Maar waar blijft de vermelding van de vrijheid die élk individu hiermee krijgt? Óók de mannen. En de collectieve winst die hiermee behaald wordt? Waar wordt die benoemd?
Het blijft ironisch om te zien hoe selectiviteit in berichtgeving de weg naar gelijkheid in de weg blijft zitten. Er wordt een beeld geschetst waarbij het lijkt alsof het alleen de vrouwen zijn die baat lijken te hebben bij het basisinkomen. Het is zelfs al verheven tot feministisch standpunt: “ik ben voor het basisinkomen, want zo zijn vrouwen verzekerd van financiële onafhankelijkheid.” Maar hoe onafhankelijk is iemand als er continu wordt benadrukt dat het een ‘externe gift’ is die hiervoor zorgt?
Door de indruk te wekken dat er slechts één partij baat heeft bij hulp van buitenaf, wordt het streven naar gelijkheid juist bemoeilijkt.