Deze week kwam eindelijk Get Out uit in de Nederlandse bioscopen. Dit regiedebuut van zwarte komiek Jordan Peele werd eerder dit jaar al laaiend enthousiast ontvangen in Amerika en genoot daar zowel kritisch als financieel succes. De film werd vooral geprezen voor de waarheidsgetrouwe weergave van de black experience in Amerika en voor het blootleggen van de inherente racistische gewoontes van de Westerse maatschappij.
Horrorvariant op een klassieke film
De film is geïnspireerd op de film Guess who’s coming to dinner uit 1967, waarin een jonge witte vrouw haar zwarte verloofde aan haar ouders voorstelt. In dit comedy-drama is het eind goed, al goed, als Katherine Hepburn en Spencer Tracy als de schoonouders Sidney Poitier accepteren. Hiermee leken de filmmakers tegen het publiek te willen zeggen dat witte mensen echt wel liberaal en ruimdenkend zijn; als deze mensen het kunnen, dan jij toch ook? Schuldgevoel opgelost.
Vijftig jaar later, in het post-Obama tijdperk, ontwikkelde Peele een idee voor een horrorvariant op het gegeven van ‘wit meisje dat haar zwarte vriendje voor het eerst meeneemt naar haar ouders’. Dat scenario kreeg overigens al in 1915 een racistische bijbetekenis door de film ‘The Birth of a Nation’ (waarin zwarte mannen werden weggezet als een gevaar waar vrouwen van gered moeten worden). In tegenstelling tot zulke ingesleten plots, wilde Peele dit keer de focus leggen op de jonge zwarte man en zijn ervaring. Hij verwachtte niet dat de film ooit gemaakt zou worden. Gelukkig had hij dat mis en kunnen we nu van scherp sociaal commentaar genieten in zijn interpretatie.
Racisme in Stepford Wives-achtige buitenwijken
Zwarte fotograaf Chris heeft zo zijn twijfels wanneer hij op het punt staat om met zijn witte vriendin Rose af te reizen naar het huis van haar ouders op het platteland. Rose stelt hem gerust, want haar ouders “zouden voor een derde keer op Obama hebben gestemd als dat kon. Ze zijn geen racisten.” Eenmaal aangekomen verwelkomen Rose’s ouders en haar broer hem inderdaad hartelijk. Ze proberen hem er op zo’n tenenkrommende manier van te overtuigen dat ze echt helemaal cool zijn met het feit dat hij zwart is, dat Rose zich later zelfs verontschuldigt. Het wordt er echter niet beter op als hij bij een feest de uitgebreide vriendenkring van Rose’s ouders leert kennen. Chris voelt zich zichtbaar steeds ongemakkelijker bij elk gesprek dat om zijn ras draait, of het nu gaat om een man die nog met Tiger Woods heeft gegolft, of een stel van middelbare leeftijd dat beweert dat ‘being black’ momenteel hartstikke hip is.
Onder de oppervlakte broeit er echter nog veel meer. De zwarte tuinman en kokkin van de familie gedragen zich vreemd- sociaal onbeholpen en met een constante, verontrustende glimlach. Chris wordt bovendien tegen zijn wil gehypnotiseerd door Rose’s moeder, die therapeut is, om hem van het roken af te helpen. Het voorgespiegelde idyllische plaatje wordt echter definitief verbroken als Chris een jonge zwarte man ontmoet die hem bekend voorkomt, maar die zich net zo vreemd gedraagt als de zwarte bedienden en op het feestje is met een dertig jaar oudere, witte vrouw. In een ijzingwekkende ontknoping wordt onthuld waarom Rose’s familie zo gefascineerd is door zwarte mensen en wat ze van plan zijn te doen met Chris’ lichaam.
Micro-agressies maken monddood
Onder het mom van liberaliteit ondergaat Chris keer op keer micro-agressies. Het zijn geen White Power-fanatici of Trump-supporters die hem discrimineren, maar juist de mensen die zichzelf als verlicht beschouwen die hem kleineren met racistisch gedrag, verpakt als complimenten. Chris, die dit zijn hele leven al ondergaat, accepteert deze behandeling beleefd en gaat gedurende het weekend zelfs aan zichzelf twijfelen. De ongewenste hypnotisering door Rose’s moeder wordt weggewuifd omdat het immers wel het gewenste resultaat (niet meer willen roken) had. Als hij zijn zorgen over het gedrag van de zwarte bedienden wil bespreken met zijn vriendin, legt hij zichzelf al snel het zwijgen op nadat zij onbegrip veinst. Zijn groeiende paranoia wordt constant ontkend door de witte omgeving, die doet alsof de vreemde gang van zaken in het huis normaal is. Peele laat op deze manier haarfijn zien hoe Chris als onderdeel van een minderheid kwetsbaar is en daardoor ontvankelijk wordt gemaakt voor misbruik. Chris en de andere zwarte mensen die slachtoffer zijn geworden van de snode plannen van de familie, worden slechts gezien als lichamen die er zijn om gebruikt te worden.
Scherpe sociale spiegel
Get Out geeft directe kritiek op een maatschappij die pretendeert racisme te hebben overwonnen, op een paar hardnekkige uitwassen na. De film laat zien hoe diepgewortelde ideeën van witte superioriteit en scheve machtsverhoudingen invloed hebben op het dagelijkse leven van minderheden en dat onze samenleving daardoor als geheel verantwoordelijk is voor gewelddadige racistische uitingen. Ondanks dit scherpe commentaar wordt de film nergens belerend. In plaats daarvan houdt het een spiegel omhoog, verpakt in een spannende, beklemmende thriller met precies genoeg humor. Deze film is misschien niet comfortabel, maar wel ontzettend nodig.