Vaak denken we dat anorexia nervosa een ziekte is die alleen jonge meiden treft. Naar schatting lijdt 10% van de bevolking aan een eetstoornis, en van die groep is 5 tot 10% man. Toch lijdt de ziekte bij mannen vaak tot nog meer onbegrip. Ryan Branson vertelt in een blog op de website The Mighty hoe hij, na gepest te zijn als kind vanwege een handicap, uiteindelijk een eetstoornis ontwikkelde. Jarenlang werd Branson verbaal en fysiek mishandeld.
Praat vroeg met je kinderen over pesten
Het pesten zorgde ervoor dat zijn zelfvertrouwen zo omlaag ging dat hij nauwelijks meer at. Uiteindelijk raakte Branson ondervoed en werd hij in het ziekenhuis opgenomen. Inmiddels is hij voor de ziekte behandeld en probeert hij als ervaringsdeskundige ouders ervan bewust te maken dat ze met hun kinderen moeten praten over wat het betekent als een kind in de klas anders is. Ook pleit Branson ervoor dat ouders hun kinderen al op jonge leeftijd moeten leren dat pesten en buitensluiten niet oké is.
Ook mannen moeten leren praten
Er wordt nog weinig research gedaan naar het voorkomen van eetstoornissen bij mannen. Veel wetenschappelijke tests zijn voor vrouwen ontwikkeld en vaak worden eetstoornissen gezien als ‘vrouwelijke stoornissen’ waardoor mannen er langer mee rond blijven lopen. De stereotype anorexiapatiënt is wit, rijk, jong en vrouw, zo schrijft de website nationaleatingdisorders.org.
Mannen die lijden aan een eetstoornis – dus niet alleen anorexia – krijgen vaak met stigmatisering te maken. Ze worden vrouwelijk of gay gevonden, ook al hoeft dit natuurlijk niet zo te zijn. Anorexia bij mannen gaat vaak samen met het ideaalplaatje van het mannelijk uiterlijk (veel spiermassa, weinig vet) en bijbehorende normen, die steeds strenger worden. Om dit stigma te verminderen, is het nodig dat mannen leren praten over lichaamsnormen en hoe de samenleving aankijkt tegen mannelijkheid, seksualiteit en uiterlijk.
