WORLD+CULT

Femmes Fatales: moordcarrière

Bron: YouTube

In Femmes Fatales wordt elke week een vrouwelijke misdadiger geportretteerd. Er komt steeds meer aandacht voor ‘vrouwencriminaliteit’, maar we spreken nooit over ‘mannencriminaliteit’. Léonie legt uit waarom dit onderscheid in gender bij daderprofielen toch nodig is.

Universitair hoofddocent, afdeling Criminologie en Strafrecht, Anne-Marie Slotboom onderzocht samen met criminologen Wong, Swier en Van der Broek de achtergrond, risicofactoren en het aantal interventies bij delinquente meisjes. Volgens dit onderzoek is de eerste benadering voor het verklaren van criminaliteit bij meisjes de aanname dat risicofactoren die leiden tot delinquent gedrag bij meisjes dezelfde factoren zijn als die bij jongens.

Genderrol en risicofactoren

Traumatische ervaringen, zoals seksueel en fysiek misbruik, vormen zowel voor meisjes als jongens een risicofactor om later antisociaal en gewelddadig gedrag te vertonen. Meisjes worden volgens dit onderzoek echter vaker blootgesteld aan een traumatische ervaring dan jongens. Deze verschillen in blootstelling worden mede bepaald door de sociaal-culturele context. Hierbij spelen verschillen in de opvoeding tussen jongens en meisjes ook een rol.

De tweede benadering uit het onderzoek veronderstelt dat er voor meisjes en jongens verschillende risicofactoren gelden. Voor beiden gelden unieke factoren die een rol spelen bij het ontstaan en de ontwikkeling van crimineel gedrag; deze worden ook wel gendersensitieve factoren genoemd.

Verwaarloosde jongens en depressieve meiden

Bij meisjes met een depressie, suïcidaal gedrag of angststoornissen is de kans groter dat zij later delinquent gedrag gaan vertonen, terwijl vergelijkbare aandoeningen bij jongens juist de kans op delinquent gedrag verkleinen. Sensitiviteit en blootstelling aan risicofactoren gaan in dezen ook samen. Zo hebben meisjes vaker depressies dan jongens, die weer verklaard kunnen worden door traumatische ervaringen in de jeugd.

Ook de opvoeding speelt een belangrijke rol. Jongens vertonen eerder delinquent gedrag als er thuis een controlerend, hard straffend opvoedingsregime wordt gehanteerd. Bij meisjes zorgt een jeugd waarin weinig ouderlijk toezicht is en een gebrek aan emotionele warmte, steun en vertrouwen juist vaak voor delinquent gedrag.

Een hogere drempel

Hoewel meisjes minder vaak een delict lijken te plegen, hebben zij op het moment dat zij met politie of justitie in aanraking komen vaak een problematischer verleden dan jongens. Voor jongens lijkt de drempelwaarde om over te gaan op delinquent gedrag dan ook lager.

Wellicht is er sprake van een selectief opsporingsbeleid, waarbij de politie zich nog altijd meer op mannen en jongens richt dan op vrouwen en meisjes. Daardoor blijven vrouwen met minder problematiek – die wel delinquent gedrag vertonen – vaker onopgemerkt.

Als men kijkt naar officiële cijfers van geregistreerde criminaliteit bij meisjes en vrouwen, is het aantal vrouwelijke verdachten tussen 2000 en 2007 met 46% gestegen. Sinds Balkende IV is bij zowel mannen als vrouwen een afname te zien in criminaliteit. Wellicht heeft dit te maken met een repressief beleid, waarbij de nadruk ligt op opsporingsfase en fors straffen. Vanaf 2007 kwam de nadruk namelijk weer te liggen op preventie.

Een selectief opsporingsbeleid

Hoewel het erop lijkt dat vrouwen emanciperen op het gebied van misdaad, zijn vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd in de statistieken, bij vrijwel alle soort misdrijven. Meisjes verwisselen verhoudingsgewijs alleen nog vaker prijzen en plegen vaker een winkeldiefstal. Het CBS meldt dat in 2014 41.000 meisjes en vrouwen bij de politie geregistreerd zijn als verdachte van een misdrijf. Politie- en justitiecijfers laten echter maar een klein deel zien van het werkelijke aantal delicten dat wordt gepleegd. Als wordt gekeken naar zelfrapportagecijfers, blijkt dat bijna 38% van de meisjes aangeeft een delict te hebben gepleegd in 2005, terwijl nog geen 1% van die meiden als verdachte is aangemerkt.

Lichtere straffen

Daarnaast is er een verschil in straftoemeting. Uit een onderzoek naar recediverisico en straftoemeting in 2011  blijkt dat vrouwen lichter gestraft worden dan mannen. De hoogleraren Wingerden, Moerings en Van Wilsem doen hierin onderzoek naar OM-data van 26.000 delinquenten en interviewen vijftien rechters, door ze een concreet, fictief strafdossier voor te leggen en te vragen welke feiten en omstandigheden meewegen bij de straftoemetingsbeslissing.

Geconstateerd werd dat vrouwen minder vaak een gevangenisstraf opgelegd krijgen en indien wel, dan kregen zij een kortere gevangenisstraf dan mannen. Ook worden zij eerder tot een lichtere straf veroordeeld dan een taakstraf. Als ze wel werden veroordeeld voor een taakstraf, duurde deze korter dan bij mannen. Deze uitkomsten kwamen overeen met eerdere studies over sekseverschillen in straftoemeting.

Vrouwen minder vaak de bak in

Slechts twee van de geïnterviewde rechters geeft in het onderzoek aan dat zij vrouwen lichter bestraffen. Rechters zijn zich er dus niet van bewust dat zij vrouwen anders bestraffen dan mannen.

In 1985 deden Timmerman en Breembroek, hoogleraren aan de Rijksuniversiteit Groningen, ook al onderzoek naar sekseverschillen bij de straftoemeting. Ook na correctie van de invloed van recidive, de ernst van het gepleegde feit en burgerlijke staat bleken vrouwen minder vaak tot gevangenisstraf veroordeeld te worden en ook wat betreft de andere strafsoorten lichter te worden bestraft dan mannen.

Een onderbelichte groep

Dat vrouwen vaker een lichtere straf krijgen dan mannen hoeft niet per se het gevolg te zijn van het geslacht. Maar er bestaan dus wel degelijk verschillen in straftoemeting, blootstelling aan risicofactoren en gendersensitieve factoren. Daarnaast worden er ook seksespecifieke (preventieve) beslissingen genomen; zo werkt Jeugdzorg met aparte behandelingen voor meisjes en worden gedetineerde vrouwen geplaatst in een aparte penitentiaire inrichting voor vrouwen in Nieuwersluis, Ter Peel of Zwolle.

Of genderverschillen zouden moeten bestaan valt te bediscussiëren, maar dat ze op dit moment bestaan is zeker. Wie verschillen wilt verkleinen en wil onderzoeken of ze er nog toe doen, moet ze eerst vaststellen. Door verhalen te schrijven over vrouwencriminaliteit wordt er niet alleen aandacht gevraagd voor de ‘Femmes Fatales’, maar ook voor een onderbelichte groep: ‘slachtoffers van vrouwen’.

1 Comment

1 Comment

  1. Pingback: Femmes Fatales: carrièremoord | Léonie Sijbring

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

VERS

We do not believe in the world empowering women.

We believe in women empowering the world!

Journalist, activist, game-changing artist, mind-body scientist, international solidarist?

Join the tribe

Copyright © 2020 Vileine

To Top