Als kind wist ik het al: dieren zijn net zo belangrijk als mensen. Onze huispoes Snoesje was mijn beste maatje. Niemand kon me wijs maken dat dieren niet hetzelfde waren als ik. Voor mij was een dier een individu en kon ik me niet voorstellen dat andere mensen dat niet ook vonden. Tot op de dag van vandaag blijf ik geloven dat dieren en mensen gelijk zijn aan elkaar. We zien er anders uit, spreken een andere taal, maar mijn hond-maatje en die koe in de wei of die nerts in die nertsenfokkerij heeft net zoveel recht op een leven zonder pijn als ik.
In mijn studententijd ben ik actief dierenrechtenactivist geworden. Met spandoeken en fluitjes stond ik voor bontwinkels, ik ketende mezelf vast aan een proefdiercentrum en ik organiseerde heel veel informatieavonden over wat er werkelijk gebeurt in proefdiercentra of nertsenfokbedrijven. Gruwelijke beelden laten zien, gemaakt door dappere undercoveractivisten die daarna jarenlang psychische hulp nodig hadden. Afschuwelijke dingen die nu nog op mijn netvlies gebrand staan en die ik nu nooit meer wil zien. Ik moest op dit soort avonden vaak in discussie met vleeseters en voorstanders van vivisectie. En hoewel ik de discussie op intellectueel niveau kon voeren was ik emotioneel volledig in de war. Hoe kan je zonder blikken of blozen zeggen dat jouw lusten en wensen belangrijker zijn dan die van een levend wezen dat niet wil lijden in gevangenschap? Het moedwillig gevangen houden en pijn doen van dieren voor consumptie en wetenschap voelde zo Middeleeuws aan dat ik nachtenlang wakker lag, denkend aan hoe ik de wereld kon veranderen. Hoe ik die onrechtvaardigheid kon aanpakken.
De argumenten tegen dierenrechten zijn altijd kort door de bocht of gebaseerd op menselijke suprematie. Dieren zouden zich niet bewust zijn van zichzelf. Dieren zijn ondergeschikt aan mensen en daardoor zijn hun wensen ondergeschikt. De christelijke moraal van “rentmeesterschap over dieren” werd rijkelijk omarmd, ook door niet-christelijke wetenschappers. Je mag honderden, duizenden dieren in gevangenschap pijn doen en doden, als het maar er op lijkt dat je ooit een medicijn tegen een vreselijke menselijke ziekte vindt.
Door de jaren heen is dierenwelzijn gelukkig meer gemeengoed geworden. De Partij van de Dieren zit in het parlement, de vegaburger-optie is normaal bij de meeste restaurants en het is niet raar als je sojamelk vraagt voor je koffie.
Dat betekent echter niet dat de oppositie tegen dierenRECHTEN is geminderd. Vleeseters blijven fanatiek hun eigen wensen en lusten boven die van dieren stellen, strooiend met onzin over proteïne-inname en “ik kan nou eenmaal niet zonder”-gelul. En barbecueën met vlees op een zonnige dag hoort er nou eenmaal bij! Rechten voor dieren zou hun genot wegnemen. Ondertussen schermen pro-vivisectionisten met “Eigen soort eerst” en gruwen bij het idee dat dieren werkelijke rechten zouden kunnen verkrijgen.
Dierenrechtenactivisme zelf wordt ook nog steeds aangevallen. Zeker vanuit de overheid. Het bevrijden van dieren uit nertsenfarms of laboratoria is niet langer een geaccepteerde vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid, nee, het is terrorisme geworden. Economisch terrorisme. In het Verenigd Koninkrijk bedacht en overgenomen door de VS en Nederland is economisch terrorisme een belangrijke pijler in de zogenaamde Domestic Terrorism-grafiek. Het moedwillig verstoren van de bedrijfsvoering waarin gebruik wordt gemaakt van dieren of producten van dieren in gevangenschap staat gelijk aan de daden van ISIS en Al Qaida. Graffiti spuiten, dieren bevrijden, autobanden lek steken, demonstreren voor de deur met een spandoek en flyers of stickers verspreiden met naam en toenaam van bedrijven die leveren aan proefdiercentra is hetzelfde als het vuur openen op bezoekers van een nachtclub of jezelf opblazen bij een koffiezaak.
In de VS noemen ze het de “Green Scare”: eco- en dierenrechtenactivisten behandelen als terroristen. Inclusief huiszoekingen, gebiedsverboden en lange gevangenisstraffen. Twaalf jaar cel krijgen voor het voeren van een bovengrondse, niet-gewelddadige campagne tegen een proefdiercentrum is geen uitzondering meer.
Natuurlijk is er ook veel legaal dierenrechtenactivisme, maar ook deze mensen lopen tegen een muur aan. Rechten geven aan dieren, werkelijke rechten zoals recht op vrijheid en individuele integriteit, wordt door de politiek afgedaan als kinderachtig en kortzichtig. Dieren kunnen niet voor zichzelf spreken. Met rechten komen plichten. En als je één diersoort rechten geeft, moet je alle diersoorten rechten geven en dan is het hek van de dam! Straks mag ik niet meer harder dan 30 km per uur rijden zodat insecten niet dood gaan op mijn voorruit, want zij hebben ook recht op leven! Dat een wereld zonder lijden voor mens of dier onbereikbaar is, weet iedere dierenrechtenactivist. Ja, soms dromen we dat we net als de priesters van de Jain-religie door het leven gaan met borstels op onze sandalen zodat we geen insecten vertrappen, maar realistisch gezien weten we dat dat niet kan.
Drogredenen en hoon zijn de wapens van de anti-dierenrechtenlobby. Dat kinderen, babies en verstandelijk gehandicapten of demente bejaarden dezelfde rechten hebben als mensen die wel bij machte zijn om te kunnen spreken voor zichzelf vindt niemand raar. Dat niet bij alle rechten plichten komen is ook niet vreemd. Mijn grondrechtelijke vrijheden zijn niet één op één verbonden aan plichten. Dat ik recht heb op vrijheid van meningsuiting maakt niet dat ik verplicht ben om iedere week een column te schrijven, bijvoorbeeld. Dat betekent niet dat we geen rechten aan dieren kunnen geven. Stomme grappen over dieren die dan mensen mogen aanklagen en horrorverhalen verspreiden over dat dierenrechtenactivisten je hond of kat willen afpakken dragen niet bij aan een gezond discours.
De strijd tegen dierenrechtenactivisme gaat ver. In de VS is een dierenrechtenactivist veroordeeld tot TBS vanwege zijn “overdreven gevoel van rechtvaardigheid, dat zelfs uitstraalt op dieren.” Er werd gespeculeerd dat de activist van de TBS af kon komen door demonstratief vlees te eten. Of dat daadwerkelijk is doorgevoerd weet ik niet, maar het zou me niets verbazen. Mededogen dat verder gaat dan alleen de eigen soort, wordt gekwalificeerd als psychische stoornis.
Het verzet tegen dierenrechten komt overigens niet uit onbekende hoek. Rechts-conservatieve christenen met een grote aanhang onder boeren zijn de voorlopers in de strijd tegen rechten voor dieren. Gevolgd door liberaal-conservatieven die het recht op geld verdienen belangrijker vinden dan het recht op een leven zonder pijn en gevangenschap. Centraal in hun opvatting: het Recht van de Sterkste. Hij die de macht heeft, bepaalt.
Waarom schrijf ik hier, op Vileine, een verhaal over dierenrechten? Omdat alle strijd voor rechten en sociale rechtvaardigheid altijd hetzelfde verloopt. Of het nou om vrouwenrechten gaat, arbeidsrechten of het afschaffen van racistische karikaturen, het zijn altijd dezelfde argumenten voor en tegen het verkrijgen van meer rechten. Toen er werd gevraagd om vrouwenstemrecht, werd er ook gezegd dat vrouwen niet besluitvaardig waren omdat ze intellectueel niet op hetzelfde niveau staan als mannen. “De Biologie” gaf aan dat mannen en vrouwen twee verschillende wezens waren. En de Bijbel gaf aan dat vrouwen ondergeschikt waren aan mannen, dus het rechtssysteem moest dit weerspiegelen.
Agressie, hoon en geweld als reactie op de vraag om meer rechten. Hoeveel arbeidersdemonstraties zijn de kop ingedrukt voordat de 40-urige werkweek werd ingevoerd? Hoeveel vrouwen zijn opgepakt tijdens manifestaties voor vrouwenkiesrecht? Hoeveel Zwarte Piet-activisten hebben al in de boeien gezeten?
Het grote tegenargument van de heersende klasse: mensen die ageren tegen de status quo hebben een overdreven gevoel van rechtvaardigheid. Laat alles toch zoals het is, want zo werkt het prima. Het is “ons” recht om gebruik te mogen maken van anderen, we mogen hen onderdrukken, want onze eigen behoeften komen voorop. Maar zoals Gandhi al zei: eerst negeren ze je, dan lachen ze je uit, dan vechten ze tegen je en vervolgens veranderen ze pas. Vrouwenstemrecht is er gekomen. Arbeidsrechten zijn ontwikkeld. Slavernij is afgeschaft. Gelijke rechten voor homoseksuelen zijn geformuleerd, na jaren van protest. Zoveel stappen nog te gaan en zoveel nog niet bereikt, maar laten we nooit vergeten wat er al wél is bereikt door mensen die hun mond opendeden en tegen de stroom ingingen.
De strijd voor dierenrechten is een universele strijd tegen alle vormen van onrechtvaardigheid. Maar dat is mijn mening. Ondertussen staat mijn hond-maatje me aan te staren en gaan we gezellig even een eindje lopen. Vandaag mag zij bepalen waarheen.