Tot nu toe heb ik alleen selfies besproken van vrouwelijke beroemdheden en daarom ga ik het nu een keer hebben over een man. Eentje die de minste niet is. De koning van de selfie heeft namelijk veel meer invloed op de online beeldcultuur dan dat de koningin Kim Kardashian ooit zal hebben. Ik doel op Mark Zuckerberg, de oprichter en CEO van Facebook.
Waarom Zuckerberg? Als we naar zijn huidige Facebookprofielfoto kijken, dan zien we het hoofd van een lachende jongeman met rossig haar, blauwe ogen, vrij grote oren en een ietwat pokdalig gezicht. Natuurlijk, er zijn vele jongens die er zo uitzien en daar is helemaal niets mis mee. Het staat echter niet in verhouding tot Kardashian’s mooi gezichtje, voluptueuze lichaam en enorme derrière. (Voor een bespreking van de koningin van de selfie, zie een voorgaand artikel.)
Zuckerbergs koningschap heeft namelijk — in tegenstelling tot dat van Kardashian — weinig te maken met zijn uiterlijk, maar alles met zijn heerschappij over een van de grootste social media platforms ter wereld. Hij is degene die de sociaal-digitale realiteit van de selfie meer dan tien jaar geleden geschapen heeft en nog steeds grotendeels bepaalt hoe die door ons gebruikt wordt en verder ontwikkeld moet worden.
Gelijkheid zonder uiterlijk
Twee decennia geleden kon je je nog geheel anoniem op het internet begeven, omdat het wereldwijde web destijds nog enkel op tekst gebaseerd was. Het was gewoonweg nog niet mogelijk om afbeeldingen, laat staan een filmpje, te uploaden. Daarom hoefde je je nog niet met een profielfoto te identificeren en dat bood een zekere mate van gelijkheid. Mensen konden elkaar immers nog niet beoordelen op het uiterlijk. Daarom publiceerde The New Yorker in 1993 de beroemde spotprent van een hond die achter de computer zit. De ondertitel van die prent was: “On the internet, nobody knows you’re a dog.”
Met Facebook — de naam impliceert het al — zette Zuckerberg de foto van het gezicht centraal. Facebook functioneerde in de beginjaren in eerste instantie als een online smoelenboek waarmee studenten elkaar konden opzoeken en keuren op uiterlijk, hobby’s, favoriete films, muziek, boeken, etc. Opeens werd het belangrijk om online aan te geven wie je bent. Ja, je mag je selfie fotoshoppen, maar je mag niet de foto van een ander gebruiken als je profielfoto. Precies hierop is het hele MTV-programma Catfish gebaseerd: mensen die online daten en aan elkaar onthullen of ze eerlijk zijn geweest over hun identiteit, of niet.
Uiteindelijk zijn het dus de programmeurs die grotendeels bepalen hoe we in dit digitale tijdperk met elkaar omgaan. En het is zeker niet alleen Zuckerberg die daarvoor gezorgd heeft — voor het geval je je hier meer in willen verdiepen, is het boek Code and Other Laws of Cyperspace (1999) van Lawrence Lessig een aanrader. Een andere invalshoed is de film A Total Jizzfest (2012) van de Amerikaanse kunstenaar Jennifer Chan. Daarin zet zij de mannen die achter de monitors en toetsenborden zitten even op een rijtje.
In eerste instantie lijkt ze een ode uit te brengen aan deze mannen. In de openingstitels staat immers ‘The Best Selection’. Tussen de foto’s van de vroege programmeurs zien we kitscherige afbeeldingen van dolfijnen en ijsjes. Niet allen verandert de achtergrondmuziek naar Oh Boy van Cam’Ron, maar Chan betuigt ook nog haar liefde door deze tekst in het beeld te laten verschijnen: “tbh i’ve always had a thing for older men in tech. They know what is going on and show off less.”
De meeste van deze mannen ken ik niet. Om ons toch een idee te geven naar wie we kijken, zet Chan soms onder de foto’s “Skype dude”, “Etsy guy”, “Vimeo kid”, terwijl de dollarbiljetten uit de lucht vallen. Die bedrijven kennen we allemaal wel en we weten bovendien ergens wel dat er veel geld mee gemoeid is, maar toch hebben de meeste mensen geen idee wie erachter zit.
De witte mannen van de internetwereld
Reeds met de titel van haar film — “A Total Jizzfest” — suggereert Chan dat het voornamelijk mannen zijn die de touwtjes in de internetwereld in handen hebben. Van die mannen is de meerderheid wit. Ze laat zien dat deze groep zich op een zeer typerende manier presenteert: het liefst in een te groot pak of slobbertrui. Bij deze mannen zien we alleen hun gezicht dat soms zelfs verborgen gaat achter een rommelig bos haar. Iconisch is natuurlijk Steve Jobs met zijn karakteristieke zwarte coltrui. Zijn foto staat zelfs bij het woord ‘coltrui’ op Wikipedia.
Natuurlijk zijn er ook genoeg afgetrainde, naakte, mannelijke lichamen op het internet te vinden. Chan geeft een interessante lezing over de verschillende types mannenlichamen online:
Het interessante is dat de lichamen van deze groep mannen onzichtbaar zijn, en dat terwijl ze grotendeels bepalen hoe onze digitale sociale interacties gestructureerd worden. Ze laten letterlijk zien dat het om hun hoofd gaat, want zij zijn de masterminds die vanachter hun schermen ons leven bepalen.
Is hiermee de revenge of the nerds compleet? Misschien niet helemaal. Als Zuckerberg namelijk zijn mond opendoet, voel ik altijd een plaatsvervangende gene. Hij loopt wat rood aan, hapert en soms valt die zelfs stil op het verkeerde moment. Ook al heeft hij één van de grootste social media platforms opgezet, dan nog voel je zijn ongemak als die spreekt. Chans ode zit daardoor vol met ironie, omdat ze juist mannen in een seksueel geladen schijnwerper zet. Mannen die het liefst verborgen willen blijven achter de computer.