De Gay Pride is een jaarlijks evenement dat je nauwelijks kan missen, ook als je er zelf niet naartoe gaat of niet in Amsterdam woont. Al mijn hele leven volg ik de Pridevieringen, en vooral de grachtentocht, vanaf een afstandje. De beelden van de regenboogvlaggen, de overweldigende aanwezigheid van roze, en de blije shirts van de Hema zorgen ervoor iedereen geconfronteerd wordt met openlijke homoseksualiteit op straat en alle schaamte eromheen eventjes lijkt weg te vallen. Het emanciperende aspect van Gay Pride is dan ook direct duidelijk. Homoseksualiteit wordt in al zijn vormen centraal gesteld en op de meest uitbundige, in your face manier tentoongesteld en gevierd.
Op de Gay Pride is er echter veel kritiek, zowel van de kant van hetero’s als holebi’s zelf, die niet helemaal achter het idee of de uitvoering ervan staan. Het beeld van de Gay Pride die zo ongeveer iedereen kent, zijn de halfnaakte mannen, de mannen in roze jurkjes of in leren pakjes, die uitbundig dansen op de boten in de grachten. Alhoewel de Gay Pride veel meer is dan dat, is dit beeld wel representatief voor de manier waarop het gevierd wordt. En de vrouwen, lesbisch of niet, vieren weliswaar op een minstens zo uitbundige manier mee – maar we zien hen niet terug op een manier waarop ze centraal staan omdat ze met bepaald gedrag of kleding de norm doorbreken. Dit heeft mij aan het denken gezet over hoe de lesbiennes zich specifiek verhouden ten opzichte van de Gay Pride. Welke aantrekkingskracht kan het hebben voor vrouwen met een afwijkende geaardheid of gender? En op welke manier is er kritiek te leveren op de manier waarop we hun seksualiteit vieren tijdens de Gay Pride? Als onbekende met het feest in Amsterdam, ben ik te rade gegaan bij een paar lesbische en biseksuele vriendinnen, die wél vaker geweest zijn. Ik vroeg ze wat voor hen de emanciperende kracht van de grachtenparade in Amsterdam is, en of zij er positieve ervaringen mee hebben als vrouw.
N. (21): “Het is gewoon een gezellige, feestelijke dag, waarin iedereen samen komt om zijn liefde te tonen. Ik ga met meerdere vrienden en de meeste van hen zijn heteroseksueel. Ook zij vinden het leuk om er een feest van te maken.
Ik zie er zelf geen verschil tussen: op mannen of op vrouwen vallen. Je moet gewoon samen zijn met wie je wilt. In dat opzicht kan de Gay Pride misschien wel de ogen openen voor veel mensen: want iedereen is samen, hetero’s, lesbiennes, homo’s en bi’s zijn niet meer van elkaar te onderscheiden. Bijna alles wordt op deze dag geaccepteerd. Ik denk dat de naaktheid tijdens de parade vooral een beeld van ‘wij zijn vrij’ moet tonen, en ook iedereen die in zijn dagelijkse kleren ernaartoe gaat heeft toch vaak iets roze of regenboogkleuren toegevoegd. Dat leidt tot een gevoel van saamhorigheid, en dat is wat ik het mooie vindt van de Gay Pride. Je staat allemaal naast elkaar op weg naar meer acceptatie.”
A. (22): “De aantrekkingskracht van de Gay Pride is voor mij dat een community, die normaal best onzichtbaar en op zichzelf is, samenkomt om te vieren wie je bent. Opeens hoor je bij een groep, en ben je niet meer alleen in je anders-zijn. Het hele jaar door zien we al heterostellen op tv en op straat, alles is ingericht op de heteroseksuele maatschappij. Tijdens de Pride wordt dit even omgedraaid. Ik word al blij wanneer ik een regenboogvlag zie! Of wanneer ik een homo / lesbisch stelletje zie lopen. Tijdens de Pride hoef je niet meer te zoeken naar deze representatie. Het is letterlijk overal.
Ik ben zelf alleen met meisjes op Pride geweest, maar ik heb wel het gevoel dat mannen vaak ‘gekker’ gekleed en opgemaakt zijn. Maar misschien ligt dat er ook wel aan, dat deze stijlen voor vrouwen niet echt als gek of apart wordt ervaren. Als een man meer naaktheid toont is dat meteen veel opvallender dan wanneer een vrouw dit doet. Dus voor mannen is de Canal Pride misschien meer een gelegenheid om zich te kleden en te gedragen als ze willen. Als een vrouw mannenkleren aan heeft wordt dat niet als raar gezien, maar als mannen vrouwenkleren aan hebben wel.”
L. (23): “De eerste keer dat ik naar de Gay Pride ging was het uit nieuwsgierigheid. En de andere twee keer ging ik omdat ik het wel gezellig vond. Maar uiteindelijk betekent die ene dag van verdraagzaamheid tegenover gays weinig voor me. Als homo’s op een willekeurige andere dag zo enorm uitgedost over straat zouden gaan, zou er wel anders worden gereageerd. Maar Nederlanders grijpen gewoon alles aan om een feestje te vieren, het heeft weinig met solidariteit te maken.
Ik denk dat gay mannen veel vaker last hebben van geweld en discriminatie dan gay vrouwen. Misschien wordt de viering van de Gay Pride voor mannen daardoor ook wel iets meer gewaardeerd dan door de vrouwen? Ik ervaar het zelf in ieder geval met dubbele gevoelens. Ik denk dat het de afgelopen jaren qua sfeer ook wel veranderd is. Amsterdam stond altijd bekend als dé ‘gaystad’, maar dat is het al lang niet meer. Voor mijn gevoel gaan we in Nederland juist weer achteruit met de acceptatie van LHBT.”
Overdreven stereotypes
De ervaringen met de grachtenparade zijn overduidelijk heel persoonlijk. Voor mijn vriendinnen alleen al heeft het een aantal positieve aspecten van trots en saamhorigheid, maar is er ook een sentiment van hypocrisie te herkennen. De ervaringen lijken er voor hen van af te hangen, of ze op zoek zijn naar representatie en het vieren van een feest, of naar een evenement met een empowering karakter waarin er op een actieve manier voor meer acceptatie wordt gestreden. Tegenwoordig lijkt de Gay Pride meer een commerciëel dan een politiek evenement, waarin bedrijven en organisaties zichzelf kunnen promoten door zich te mengen in de chaotische uitingen van tolerantie. Veel minder is het een activistisch feest, waarin er door middel van discussie en debat bepaalde knelpunten in de Nederlandse samenleving ten opzichte van homotolerantie bespreekbaar worden gemaakt. Wat dat betreft is de Gay Pride misschien wel representatief voor trends in de bredere context van de Nederlandse samenleving: homoseksualiteit en de problemen daaromtrent worden nauwelijks besproken, tenzij we het tolerante karakter van Nederland tentoon willen stellen naar de buitenwereld. Wanneer we specifiek naar de lesbienne kijken, valt een geschiedenis te herkennen waarbij ze in Nederland altijd veel minder besproken, aangevallen en zichtbaar is geweest in vergelijking met de meer op mannen gerichte homobeweging van bijvoorbeeld het COC vanaf de jaren ’80. Hoe zien we de lesbienne eigenlijk terug op de Gay Pride, naast de meest uitbundige en uitgedoste mannen die hun seksualiteit zo herkenbaar mogelijk willen uiten?
Veel mensen, waaronder ook veel holebi’s, kunnen zich niet echt in het standaardbeeld van de Gay Pride vinden. Waarom die extreme uitbundigheid? Waarom moet alles roze zijn, en waarom moet er zoveel bloot zijn, en waarom hebben de mannen jurkjes aan? Degenen die zich moeilijk met deze uitbundigheid kunnen identificeren, stellen dat er tijdens de Pride alleen maar een negatief stereotype van de mannelijke homo wordt bevestigd: seksgericht, veel te uitbundig in het tonen van hun geaardheid, en vooral: vrouwelijk. Waarom wordt dit stereotype zo sterk overdreven tijdens de Gay Pride, en gaat dit niet ten koste van de homoseksueel die niet aan dit stereotype voldoet?
Het mooie van de Gay Pride vind ik echter juist deze extreme overdrijvingen van bepaalde stereotypen, de theatrale uitbundigheid, de vervaging tussen de grenzen van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Op de ene boot staat iemand halfnaakt met een boa om te dansen, op de boot ernaast staan een aantal Kamerleden. Juist deze uitingen zijn een fuck you naar de gevestigde preutsheid, waarbij vooral holebi’s niet te uitbundig moeten zijn met het tonen van hun seksualiteit in het openbaar. Alle discriminatoire vooroordelen over homo’s die er in de maatschappij leven, worden deze maand door vooral de homo’s zelf toegeëigend en overdreven. De strakke leren pakjes, glitterhoedjes en rokjes van de vele homomannen op de boten zeggen: ‘Oh, dus wij zijn te seksueel? Te Theatraal? Te Vrouwelijk? We doen te klef op straat? Is goed, dan kun je het krijgen ook’. Deze overdrijving werkt bevrijdend, omdat het een tijdelijke cultuur creëert waarbij je je niet druk over hoeft te maken over de gevestigde norm. Binnen onze heteronormatieve samenleving moeten namelijk zowel de mannelijke als vrouwelijke homoseksueel hun geaardheid constant binnen de privésfeer houden, en in de publieke sfeer bewijzen dat ze ‘normaal’ zijn, niet afwijken van de mannelijke of vrouwelijke norm – want dan loop je het risico om afgekeurd te worden, om niet meer serieus genomen te worden. Op deze manier werkt de Gay Pride net een beetje als het toe-eigenen van scheldwoorden; wanneer homo’s en lesbiennes zelf de woorden ‘flikker’ of ‘dyke’ gebruiken om zichzelf te typeren, verliezen deze woorden hun kracht als scheldwoord vanuit de ander.
De onzichtbare lesbienne
Wat ik mij echter vooral afvraag, als buitenstaander van de Pride-vieringen, is waar deze overdreven stereotypen van de vrouwelijke seksuele minderheden te zien zijn. Lesbiennes zijn altijd al een vrij onzichtbare minderheid geweest. Er zijn echt niet minder lesbiennes dan homoseksuelen, maar dit wordt wel vaak gedacht. Onder bijvoorbeeld de Zedelijkheidswet, die vanaf 1911 homoseksuele handelingen met jongeren onder 21 jaar verboden maakte, zijn vrijwel alleen mannen veroordeeld – bijna geen vrouwen (Zie: Lesbo-encyclopedie). Pas in de jaren ’70, met de opkomst van het feminisme, kwam er een zelfstandige lesbische emancipatiebeweging op die niet meer in de schaduw stond van het mannelijke homoseksuele activisme in bijvoorbeeld het COC. Toentertijd knipten de lesbiennes van onder andere Paarse September massaal hun haar kort en lieten ze hun jurkjes en hakken in de kast liggen. Dit vergrootte de zichtbaarheid van de lesbienne in uiterlijke kenmerken, en het specifieke doel was dan ook om de onzichtbaarheid van deze groep vrouwen voor eens en altijd te beëindigen.
Maar als we kijken naar de huidige trends onder lesbienne, en vooral de afwezigheid van een georganiseerd activistische beweging onder hen, valt te concluderen dat dit project niet helemaal is gelukt. Met de toenemende zichtbaarheid van de lesbienne kwamen ook bepaalde negatieve stereotypes op, van de lesbische vrouw als mannelijk, butch, lelijk, kortharig, ongeschoren, gespierd, en ga zo maar door. Tegenwoordig is er onder lesbiennes een angst aanwezig om met deze negatieve stereotypes geassocieerd te worden, en is de druk om door te kunnen gaan als heteroseksueel groter dan de behoefte om hun seksualiteit zichtbaar te maken ten behoeve van vrijheid. Op de Gay Pride zijn deze negatieve stereotypes niet terug te zien in overdreven vormen waarbij er deze categorisering belachelijk wordt gemaakt, waarin er een grote fuck you te zien is naar de manier waarop de lesbienne bekritiseerd wordt als te mannelijk of, aan de andere kant, wordt neergezet als een lustobject (zoals ik in mijn Lekker Lesbisch blog van vorige week vertelde). Hoe worden de gendernormen over wat vrouwelijkheid is bestreden door de lesbiennes op de boten in de Amsterdamse grachten? Blijft zij niet eigenlijk wederom enigszins onzichtbaar naast de homoseksuele man?
Tijdens de Gay Pride zie je natuurlijk genoeg vrouwen die, net zoals de homoseksuele man, trots zijn op hun geaardheid en identiteit als seksuele minderheid. Ze zijn zelfverzekerd, sexy, en kleden zich vaak net zo gewaagd. En natuurlijk zijn er ook de speciale boten voor lesbiennes, waardoor hun bestaan duidelijk zichtbaar gemaakt wordt, zelfs als minderheid. Zo heb je de moslimlesbiennes en gehandicapte lesbiennes die meevaren en op die manier hun eigen, unieke bestaan en emancipatiebeweging benadrukken. Maar toch denk ik dat de gevestigde gendernormen, over wie de lesbische vrouw zogenaamd is of moet zijn, op de Gay Pride nauwelijks bestreden worden door middel van zichtbaarheid en provocatie.
Hint.