TODAY+TOMORROW

Nieuwsflash: PTSS door het leven in een Blijf van m’n Lijf-huis

yung chen lin

De Blijf Groep heeft een kort geding aangespannen tegen de organisatie Femmes for Freedom. Blijf Groep eist dat FFF niet langer de klachten doorgeeft van vrouwen in de opvang van de Blijf Groep. Vandaag verschijnen beide partijen voor de rechter. Het verhaal van één van de vrouwen uit de opvang van Blijf lees je hieronder.

Dit artikel kwam tot stand op basis van een gesprek tussen de geïnterviewde en een onafhankelijke tolk. Het transcript werd met toestemming door Vileine bewerkt voor publicatie.

“362 dagen woonde ik bij mijn ex, voordat ik in een vrouwenopvang terecht kwam. Mijn man was 80 en ik was 61 toen we trouwden. Het was mijn tweede huwelijk, mijn eerste man was overleden. Mijn dochter wilde niet dat ik hertrouwde, ze waarschuwde mij nog voor hem.

Geen contact

Ik dacht dat hij oké was omdat hij met pensioen was en een actief verenigingsleven had. Toch had hij zijn kinderen niet verteld dat hij met mij wilde trouwen en hij vertelde het ook niet toen we al getrouwd waren. Toen zijn kinderen het huwelijk ontdekten, wilden zij me weg hebben.

Zelf belde hij zijn kinderen wel tien keer per dag, maar ik mocht mijn kinderen uit mijn eerste huwelijk nooit bellen. Hij zei dan dat ik als getrouwde vrouw geen contact mocht hebben met de kinderen van een andere man. Onder druk van zijn kinderen maakte hij ruzie met me en sloeg hij me.

“Ze vreesde voor mijn leven”

In 2013 ben ik naar Nederland gekomen. In Nederland volgde ik taallessen. Mijn man sloeg me zo hard in elkaar dat zelfs de docent van de taallessen bang geworden was en voor mijn leven vreesde. Hij kleineerde me, trok aan mijn haren en wilde mij van het balkon gooien. Een keer brak ik mijn hand, maar mijn man weigerde me naar de dokter te brengen. Uiteindelijk heb ik met een tandenstoker mijn vingers rechtgezet. Uiteindelijk werd ik ook bang voor zijn oudste dochter, zij zei dat ze me wilde ‘opruimen’. Ik denk dat ze niet wilde dat ik de erfenis zou krijgen.

Uiteindelijk heb ik zomaar een vreemde op straat om hulp gevraagd, ik was wanhopig. De vrouw bracht mij naar één of ander hulpverleningsloket. Vanaf daar kwam ik vijf dagen in de crisisopvang in Schiedam terecht. In Schiedam leefde ik van voedselpakketten. Ik weet niet van waar deze pakketten vandaan kwamen, maar ze werden door de opvang verdeeld. Alle vrouwen kregen een goed voedselpakket met groenten, fruit en andere levensmiddelen.

Intimideren

In Schiedam onderzochten ze me en ik werd naar de Blijf Groep in Alkmaar gestuurd. Eerst wilden ze mij van Schiedam naar de Blijf Groep Amsterdam sturen, maar ik durfde niet, want ik was bang om daar door kennissen van mijn man gevonden te worden. Zo kwam ik in de opvang in Alkmaar terecht. Ik werd er goed geholpen en ik mocht vijf weken blijven. Ik kreeg er twintig euro leefgeld per week en het was er schoon.

In Alkmaar zeiden de andere bewoners al dat de afdeling in Heemskerk niet goed was. Maar ik had geen keuze en werd toch naar Heemskerk verplaatst. Ik wist niet eens waar Heemskerk lag. In de opvang daar werd me verteld dat ik Nederlands moest leren, maar ik wist niet hoe ik dat moest regelen of waar ik voor lessen naartoe moest. De eerste zeven maanden zat ik in de gezamenlijke opvang, daarna kreeg ik een ‘satellietwoning’ toegewezen, dat is een huurwoning in de buurt waar je uiteindelijk zelfstandig komt te wonen. Er ging van alles mis met de verhuizing. Sleutels voor mijn nieuwe woning waren er niet en ondertussen dreigde en intimideerde het personeel van de Blijf Groep dat ik (met mijn spullen) echt weg moest uit de gezamenlijke opvang. Tot ik ging verhuizen zouden ze daar wel op m’n spullen letten. Ik kreeg een winkelwagen mee en ben uiteindelijk in de stromende regen alsnog verhuisd. Later kwam ik erachter dat uit mijn tas een gouden ring en geld gestolen was, op mijn spullen was helemaal niet gelet. Niemand hielp me met de aangifte. Die ring was mijn laatste herinnering aan mijn overleden man, de vader van mijn kinderen. Hij had voor mij grote emotionele waarde.

Zieke sfeer

Toen ik eenmaal in de satellietwoning woonde, werd ik weleens geslagen door een medebewoonster, Alice. Vervolgens belde zij de politie en omdat zij de taal sprak en ik niet, kon Alice altijd zeggen dat ik de schuldige was. Ik kon me niet verdedigen. Alice was constant dronken en agressief. Ze schold me vaak uit. Ook nam zij mannen mee naar de woning. De ene keer zei ze dat het een vriendje was en dan weer dat het om familie ging. Alice was onverantwoordelijk. Ze kwam ‘s nachts om twee uur aanbellen omdat ze de sleutel vergeten was. Alice maakte iedereen wakker en bracht ons in gevaar door mannen mee te nemen, terwijl wij juist voor mannen gevlucht waren. Op een dag dwong Alice mij alcohol te drinken, ik werd er ziek van. Ook hiervan heb ik melding gemaakt, maar er werd niks mee gedaan. Er heerste een zieke sfeer in de opvang en het was er onveilig. Als ik er melding van maakte bij één van de maatschappelijk werksters van de afdeling, Sabri, deden ze er niks aan. Alice was haar lievelingetje en Sabri mocht mij niet.

In Heemskerk zelf was het vreselijk. Ik moest me inschrijven bij de gemeente, maar ik sprak geen Nederlands. Ik wist niet waar ik moest zijn. Dat moest ik van Sabri zelf maar uitzoeken. Ook waar de voedselbank was. “Ga maar netwerken,” zei ze dan. Op een dag verdwaalde ik, ik vroeg iedereen op straat om hulp. Ik werd terug naar de opvang gebracht, maar het was al na elf uur ‘s avonds en de deur was dicht. Ik mocht niet meer naar binnen.

Ik werd door Sabri altijd aangemoedigd om de straat op te gaan om vreemden om hulp te vragen. Sabri zei dat dit ‘eigen kracht-methodiek’ heet. Op straat kreeg ik een keer verse groenten uit de moestuin van een vreemde vrouw. Ze had medelijden met me. In een park sprak ik een andere vrouw, die zei dat vrouwen uit de opvang een ‘slechte naam’ hadden. Daarmee bedoelde ze dat die vrouwen zich vaak prostitueren. Mensen wilden mij daarom niet helpen. Dit heb ik in de opvang ook verteld.

Schurft en ratten

Sabri schreeuwde altijd tegen me op een vernederende manier, ik voelde me ontzettend klein. Toch was ik van haar afhankelijk, ze dreigde namelijk altijd om me eruit te gooien. Daarom gedroeg ik me maar lief en onderdanig naar Sabri. Deze dreigementen zitten mij nog steeds hoog en ik heb er nog nachtmerries van.

In de opvang in Heemskerk kreeg een bewoner schurft, ze krabde zich de hele dag. Ook liepen er gigantische ratten rond. Ik heb ze in de woonkamer en keuken gezien. We moesten zelf schoonmaken. Ik deed elke week mijn taken, maar er waren vrouwen die zich niet aan het rooster hielden. Het was er zo vies dat op een dag de vrouwen en medewerkers stokken hebben gepakt om de ratten weg te jagen. De hele keuken lag toen al vol met keutels, alles was er smerig.

Honger

Ook kreeg ik verschillende bedragen aan leefgeld. De ene keer was het 20 euro, dan weer 25. Ik kon niet rondkomen van het leefgeld en van het eten van de voedselbank. Het eten was al bedorven voordat ik het kon koken. Ik had honger en paste op den duur niet meer in sommige kleren, omdat ik zoveel afgevallen was. Het voedselpakket bevatte bovendien bijna altijd varkensvlees en ik mag dit als moslim niet eten.

Het geld en het eten waren niet eens het grootste probleem, dat waren de vernederingen. Vóór de opvang werd ik vernederd door mijn man en zijn familie. De Blijf van m’n Lijf-opvang had een veilige plek moeten zijn, maar ik werd er vernederd en geïntimideerd door medewerkers en gevaarlijke bewoners.

PTSS

Achteraf heb ik spijt dat ik niet meteen naar mijn thuisland ben gevlucht. Ik heb PTSS van mijn tijd in de opvang gekregen, dat is bij mij medisch vastgesteld. Als gevolg van alle stress hoor ik gezoem in mijn oren en ik hoor slechter. In Heemskerk werd ik ook somber, daarom ging ik naar een psycholoog.

Soms kwamen er mensen van buiten. Ze gaven me een kaartje van Scharlaken Koord, een stichting die vrouwen uit de prostitutie haalt. Ze kwamen vertellen over loverboys en prostitutie. Ze vroegen ons ook of we klachten hadden. Ik zei dan dat er geen klachten waren, omdat Sabri gezegd had dat we niets mochten vertellen. Sabri zei dat als we de waarheid zouden vertellen, we eruit gegooid zouden worden. Ik heb mijn verhaal uiteindelijk wel aan het BING (Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten) verteld. Zij zouden een dossier opbouwen, maar ik weet niet wat daarmee gebeurd is.

Wel heb ik een brief van de directeur van de Blijf Groep, Aleid van den Brink, ontvangen, waarin stond dat alles in de opvang goed bleek te zijn. Ik vraag me af wat er met de misstanden is gedaan die ik ze gemeld heb. In de opvang heb ik honger geleden en ik heb er PTSS aan overgehouden. Ook wacht ik nog steeds op de beloofde hulp. Ik spreek geen Nederlands en ook in mijn eigen taal ben ik analfabeet. Maar ik ben niet achterlijk – ik ben een mens met gevoel en een verstand. Ik huil mezelf in slaap, omdat ik bang ben en zieker word als ik aan alle ellende denk.”

In een schriftelijke reactie laat de Blijf Groep weten het klachtensysteem geraadpleegd te hebben. Daaruit blijkt dat zij op de hoogte waren van de klachten over de woning, die zelfstandig gehuurd wordt via de woningbouwvereniging. De Blijf Groep stelt daarbij dat steeds werd verwezen naar de verantwoordelijke partij, namelijk de verhuurder. Van het onderzoek van BING is alleen de eindrapportage ontvangen. De Blijf Groep stelt geen uitspraken namens het BING te kunnen doen over individuele meldingen die bij de onderzoekers zijn gedaan, maar gaan ervan uit deze zijn meegenomen in hun rapport.

In verband met privacy zijn namen van medewerkers en bewoners gefingeerd. De echte namen – alsmede de naam van de geïnterviewde – zijn bekend bij de redactie.

Click to comment

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

VERS

We do not believe in the world empowering women.

We believe in women empowering the world!

Journalist, activist, game-changing artist, mind-body scientist, international solidarist?

Join the tribe

Copyright © 2020 Vileine

To Top