Zij liep bijna de hele race voor in de peilingen. Ze heeft zoveel meer ervaring. En hij is zo dom. Maar hij won.
Ik kan wel huilen. De knoop in mijn maag en de spanning rond mijn keel doet me een denken aan de pijn van een gebroken hart. Dat is misschien ook niet zo gek; ik houd van dit land en ik ben bang om het te verliezen. Ik houd niet van dramatisering – mijn leven is al spannend genoeg, dank u. Ik houd het graag bij de feiten. Maar de feiten baren mij zorgen. En het feit dat Trump heeft gewonnen, en niet eens met zo’n kleine marge ook, leidt mij tot de conclusie dat een land dat ooit gesticht is op de principes van vrijheid, tolerantie en erbarmen, langzaam afglijdt naar anti-intellectualisme, onverdraagzaamheid en hatelijkheid.
Pyrrhus-overwinning
Pyrrhus was de koning van het Griekse Epirus, die tegen de Romeinen vocht. Hij had twee veldslagen gewonnen, maar verloor daarbij een groot aantal soldaten. Toen één van zijn generaals hem met zijn overwinning feliciteerde, barstte Pyrrhus in woede uit en zei: “Nog één zo’n overwinning en ik ben verloren.” Sindsdien kennen we de uitdrukking ‘Pyrrhus-overwinning’ als een valse overwinning, één die zoveel heeft gekost dat het bijna net zo goed een nederlaag genoemd kan worden.
In zijn boek On The Rise and Fall of American Growth beschreef Robert Gordon inkomensongelijkheid reeds als het belangrijkste risico voor een gezonde Amerikaanse economie, en dus een stabiele samenleving. In mijn eerste Vileine-column schreef ik hoe de groeiende inkomensongelijkheid enorme druk zet op een samenleving, omdat het ingaat tegen het eerlijkheidsgevoel van mensen. Hillary was voor veel Amerikanen een symbool van de gevestigde orde, de vertegenwoordiger van een corrupt politiek systeem dat de meeste Amerikanen niet vertegenwoordigt. Een stem tegen haar is een stem tegen het establishment. En een stem tegen haar was een stem voor Trump.
Tegelijkertijd was Hillary Clinton ook een symbool voor de tanende macht van mannen. Zoals Hanna Rosin in haar boek The End of Men and the rise of women beschrijft, hebben vrouwen in de afgelopen decennia enorme sprongen gemaakt, terwijl mannen zich eigenlijk maar weinig aangepast hebben aan de nieuwe maatschappij. Zo studeren vrouwen significant vaker af dan mannen. In een toekomst waar veel laagbetaalde banen overgenomen kunnen worden door robots, worden eigenschappen als fysiek uithoudingsvermogen minder belangrijk en sociale vaardigheden steeds belangrijker. Nu zijn vrouwen naar mijn mening niet van nature socialer dan mannen, maar onze generatie groeide nog steeds op in een omgeving die ons heeft geconditioneerd om dit te zijn. Het gevolg is dat vrouwen in de hedendaagse economie steeds vaker beter geschikt zijn voor open posities dan mannen. Dat vinden de meesten van deze lezers vooruitgang, maar in het hoofd van sommige mensen symboliseert het hun vernedering. Vooral diegenen die socioloog Michael Kimmel beschrijft in zijn boek Angry White Men: American Masculinity at the End of an Era.
Het lijkt misschien een beetje tegenstrijdig: iemand die staat voor de gevestigde orde én gehaat wordt omdat ze een glazen-plafondbrekende vrouw is. Maar in 1998 voorspelde de Amerikaanse filosoof Richard Rorty deze irrationele woede al:
“Members of labor unions, and unorganized unskilled workers, will sooner or later realize that their government is not even trying to prevent wages from sinking or to prevent jobs from being exported. Around the same time, they will realize that suburban white-collar workers—themselves desperately afraid of being downsized—are not going to let themselves be taxed to provide social benefits for anyone else. At that point, something will crack. The nonsuburban electorate will decide that the system has failed and start looking around for a strongman to vote for—someone willing to assure them that, once he is elected, the smug bureaucrats, tricky lawyers, overpaid bond salesmen, and postmodernist professors will no longer be calling the shots… One thing that is very likely to happen is that the gains made in the past forty years by black and brown Americans, and by homosexuals, will be wiped out. Jocular contempt for women will come back into fashion…. All the resentment which badly educated Americans feel about having their manners dictated to them by college graduates will find an outlet.”
Vijandigheid jegens vrouwen
Zo verwerd de strijd om het Amerikaanse presidentschap niet alleen tot een gevecht van de ontevreden onderklasse versus de gevestigde orde, maar ook van maatschappelijke vooruitging versus oud mannelijk superioriteitsdenken. Recent vonden drie politiek onderzoekers een sterke correlatie tussen vijandigheid jegens vrouwen en op Trump (gaan) stemmen. Volgens het onderzoek was vijandig seksisme een bijna even sterke indicator voor stemkeuze als hun partij-affiliatie. Even voor de duidelijkheid: dit ging dus niet over het soort seksisme dat zegt dat vrouwen betere verzorgers zijn dan mannen, of nou eenmaal minder vreemdgaan. We hebben het over mensen die denken dat feministen mannen haten en zich aanstellen over seksisme om speciale voordelen te krijgen. Je kent ze wel; die blanke jongens die vinden dat het grootste probleem in de samenleving de epidemie van overgevoeligheid en politieke correctheid is.
Niet alle mannen waren voor Trump, natuurlijk, en ook niet alleen mannen. Het was te verwachten dat de vrouwen die (te) veel geïnvesteerd hebben in oude genderrollen netjes met hun mannen mee zouden doen, zoals het hen tenslotte betaamt. Maar zoals de econoom Nate Silver een maand geleden mooi illustreerde met de kaart die de uitslag voorspelde op basis van alleen geslacht: “It seems fair to say that, if Trump loses the election, it will be because women voted against him.”
Triomf over de gevestigde orde
Dat deden ze echter niet. Te veel Amerikanen, mannen én vrouwen, voelden zich zo verraden door de politiek, dat ze niet voor de betere kandidaat wilden stemmen. Donald Trump heeft het presidentschap gegrepen als een vrouw die gewoon op zoek was naar wat meubels. De middelvinger naar de gevestigde orde is opgestoken, maar verder heeft de tandende arbeidersklasse hier vooral zichzelf mee. De middenklasse zal verder worden uitgehold. (Deze uitholling treft mannen overigens meer dan vrouwen: 75% van de mannen zien zichzelf langzaam afglijden naar de onderklasse, tegenover 50% van de vrouwen.) En dan is er natuurlijk het grootste risico, die van de ontwrichting van ons klimaat en instorting van het ecosysteem. Om de ergste gevolgen van klimaatverandering en de steeds meer vervuilde lucht, water en producten te voorkomen, moeten overheden nu actie ondernemen. En Trump gaat dat niet doen. Waarom zou hij? Klimaatverandering treft ons allemaal, maar alleen de armen zullen zich er niet tegen kunnen weren.
Ik had vanochtend een interessant gesprek met een pompbediende. Pompbedienden staan de hele dag buiten, zodat klanten zelf de auto niet uit hoeven om te tanken. Hij zei:”Why are you looking sad, honey?” Ik antwoordde: “I’m not your honey.” Hij: “Why are you so grumpy? It’s a great day, Trump won!” Ik heb de neiging om hooghartig te doen als ik mij gekwetst of onzeker voel, dus ik zei: “I hope you’re happy. Now, I am still the one tipping you. So fill up the car, because l have an actual job to go to.”
Deze man is ongeveer 40 jaar en staat de hele dag in uitlaatgassen. Hij zal hoogstwaarschijnlijk nooit boven een minimumloon uitkomen en mag blij zijn als klanten hem een fooi van drie dollar geven. Mensen als ik zullen hun netto inkomen met vele duizenden zien toenemen onder Trumps voorgestelde belastingplan. Maar toch was deze pompbediende degene die triomf voelde. Hij is blij met zijn Pyrrhus-overwinning. Richard Rorty heeft gelijk gekregen – maar ook dat zou voor hem als een Pyrrhus-overwinning aan hebben gevoeld.